Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. opwelling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opwelling (Nederlands) in het Spaans

opwelling:

opwelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de opwelling (bevlieging; vlaag; aanval)
    la racha; el antojo; el arrebato
    • racha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • antojo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • arrebato [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de opwelling (luim; impuls; prikkel)
    el capricho

Vertaal Matrix voor opwelling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
antojo aanval; bevlieging; opwelling; vlaag grilligheid; luimigheid; wispelturigheid
arrebato aanval; bevlieging; opwelling; vlaag drift; driftstroom; felheid; gevoel; heftigheid; hevigheid; instinct; intensiteit; intuïtie; kracht; ontlading; plotselinge uitbarsting; voortgedreven vee
capricho impuls; luim; opwelling; prikkel bui; eigengereidheid; eigenwijsheid; eigenzinnigheid; frats; gril; grilligheid; kuur; luim; luimigheid; nuk; wispelturigheid
racha aanval; bevlieging; opwelling; vlaag valwind
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrebato impulsief; in een opwelling

Verwante woorden van "opwelling":

  • opwellingen

Wiktionary: opwelling

opwelling
noun
  1. innerlijke drang

Cross Translation:
FromToVia
opwelling frenesí flurry — sudden activity
opwelling aliciente; impulso incitationaction d’inciter.

Verwante vertalingen van opwelling