Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bank:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bank (Nederlands) in het Spaans

bank:

bank [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bank (zitbank; canapé)
    el sofá; el canapé
    • sofá [el ~] zelfstandig naamwoord
    • canapé [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de bank (handelsbank)
    el banco comercial
  3. de bank (zitbank; zitplaats)
    la sesión; el asiento; la silla; el sillón; el banco; la butaca; la plaza
    • sesión [la ~] zelfstandig naamwoord
    • asiento [el ~] zelfstandig naamwoord
    • silla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sillón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • banco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • butaca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • plaza [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. de bank (bankgebouw)
    el banco
    • banco [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bank:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asiento bank; zitbank; zitplaats bezinksel; bijeenkomst; boeking; boekstuk; bril; crapaud; dik; drab; droesem; fauteuil; gestoelte; grondsop; inschrijving; locatie; luie stoel; makkelijke stoel; manifestatie; moer; plaats; plek; samenkomst; stoel; troon; vergadering; zetel; zetsel; zitplaats; zitting
banco bank; bankgebouw; zitbank; zitplaats bekeuring; boete; bon; divan; werkbank
banco comercial bank; handelsbank handelsbank; wisselbank
butaca bank; zitbank; zitplaats crapaud; fauteuil; gestoelte; ligstoel; luie stoel; makkelijke stoel; ruststoel; slaapstoel; stoel; zetel
canapé bank; canapé; zitbank bedbank; divan; geroosterd brood; rustbed; slaapbank; slaapmeubel; toast; toost; toostbrood
plaza bank; zitbank; zitplaats plein; vierkant plein
sesión bank; zitbank; zitplaats Sessie delen; happening; performance; seance; sessie; show; voorbank; voorstelling; zittingsperiode
silla bank; zitbank; zitplaats crapaud; dakstoel; gestoelte; stoel; zadel; zetel
sillón bank; zitbank; zitplaats canapé; crapaud; fauteuil; gestoelte; leunstoel; luie stoel; makkelijke stoel; sofa; stoel; troon; zetel
sofá bank; canapé; zitbank bedbank; canapé; divan; ligbank; rustbank; rustbed; slaapbank; slaapmeubel; sofa

Verwante woorden van "bank":


Verwante definities voor "bank":

  1. meubelstuk voor twee of meer personen1
    • we zaten op een bankje in het park1
  2. waar je geld kunt lenen en sparen1
    • ik breng mijn geld naar de bank1

Wiktionary: bank


Cross Translation:
FromToVia
bank banca; banco bank — institution
bank sucursal; banco bank — branch office of such an institution
bank banco bench — long seat
bank banca bench — sports: where players sit when not playing
bank caja de ahorros thrift — savings bank
bank banco; mesa établi — Table destinée au travail de certains métiers manuels

Verwante vertalingen van bank