Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. identiteitskaart:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor identiteitskaart (Nederlands) in het Spaans

identiteitskaart:

identiteitskaart [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de identiteitskaart (legitimatiebewijs; identiteitsbewijs; legitimatiepapieren; )
    el carnet de identidad; el documento de identidad; la legitimación; la tarjeta de identidad

Vertaal Matrix voor identiteitskaart:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
carnet de identidad identiteitsbewijs; identiteitskaart; legitimatie; legitimatiebewijs; legitimatiekaart; legitimatiepapieren; persoonsbewijs entreebiljet; kaart; kaartje; pasje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs
documento de identidad identiteitsbewijs; identiteitskaart; legitimatie; legitimatiebewijs; legitimatiekaart; legitimatiepapieren; persoonsbewijs entreebiljet; identiteitsbewijs; kaart; kaartje; pasje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs
legitimación identiteitsbewijs; identiteitskaart; legitimatie; legitimatiebewijs; legitimatiekaart; legitimatiepapieren; persoonsbewijs entreebiljet; kaart; kaartje; legitimiteit; pasje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs; wettigheid
tarjeta de identidad identiteitsbewijs; identiteitskaart; legitimatie; legitimatiebewijs; legitimatiekaart; legitimatiepapieren; persoonsbewijs entreebiljet; kaart; kaartje; pasje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs

Wiktionary: identiteitskaart

identiteitskaart
noun
  1. een identiteitsbewijs dat op een kaart gedrukt is