Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- maandelijks:
-
Wiktionary:
- maandelijks → mensual
- maandelijks → mensualmente
- maandelijks → mensualmente, mensual
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor maandelijks (Nederlands) in het Spaans
maandelijks:
-
maandelijks
mensual; por mes; cada mes; todos los meses-
mensual bijvoeglijk naamwoord
-
por mes bijvoeglijk naamwoord
-
cada mes bijvoeglijk naamwoord
-
todos los meses bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor maandelijks:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cada mes | maandelijks | |
mensual | maandelijks | |
por mes | maandelijks | per maand |
todos los meses | maandelijks |
Verwante woorden van "maandelijks":
Wiktionary: maandelijks
maandelijks
Cross Translation:
adjective
-
iedere maand een keer
- maandelijks → mensual
-
iedere maand een keer
- maandelijks → mensualmente
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• maandelijks | → mensualmente | ↔ monthly — Occurring every month |
• maandelijks | → mensual | ↔ monatlich — jeden Monat wiederkehrend, in jedem Monat |