Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wachten (Nederlands) in het Spaans
wachten:
-
wachten (afwachten)
-
wachten
Conjugations for wachten:
o.t.t.
- wacht
- wacht
- wacht
- wachten
- wachten
- wachten
o.v.t.
- wachtte
- wachtte
- wachtte
- wachtten
- wachtten
- wachtten
v.t.t.
- heb gewacht
- hebt gewacht
- heeft gewacht
- hebben gewacht
- hebben gewacht
- hebben gewacht
v.v.t.
- had gewacht
- had gewacht
- had gewacht
- hadden gewacht
- hadden gewacht
- hadden gewacht
o.t.t.t.
- zal wachten
- zult wachten
- zal wachten
- zullen wachten
- zullen wachten
- zullen wachten
o.v.t.t.
- zou wachten
- zou wachten
- zou wachten
- zouden wachten
- zouden wachten
- zouden wachten
diversen
- wacht!
- wacht!
- gewacht
- wachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de wachten
Vertaal Matrix voor wachten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
esperar | afwachten; opwachten | |
guardia | wachten | agent; bewaker; cipier; deurwachter; diender; garde; gerechtsdienaar; gevangenbewaarder; inspecteurs; konstabel; op wacht staan; opzichters; opzieners; ordebewaarder; persoon die op wacht staat; politieagent; portier; schildwacht; suppoost; surveillanten; toezichthouders; waak; wacht; wachter; wake |
guardianes | wachten | slotbewaarders |
retener | houden; vasthouden | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aguardar | afwachten; wachten | opwachten |
esperar | afwachten; wachten | hopen; op hopen zetten; opwachten; spinzen; tegemoetzien; uitkijken; uitkijken naar; uitzien; uitzien naar; van hoop vervuld zijn; verlangen; verwachten; vooruitzien |
retener | wachten | achterhouden; afhouden; beletten; doordouwen; doorzetten; ervanaf houden; geen afstand doen van; houden; inhouden; onthouden; opnemen; opslaan; weerhouden |
Verwante woorden van "wachten":
Verwante definities voor "wachten":
Wiktionary: wachten
wachten
Cross Translation:
verb
-
op dezelfde plaats of in dezelfde situatie blijven tot iemand komt of iets gebeurt
- wachten → esperar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wachten | → esperar | ↔ await — transitive: to wait for |
• wachten | → escuchar | ↔ listen — to expect or wait for a sound |
• wachten | → esperar; aguardar | ↔ wait — delay until some event |
• wachten | → esperar | ↔ warten — (intransitiv) Zeit verstreichen lassen beziehungsweise untätig sein, bis ein bestimmter Zustand eintreffen |
• wachten | → esperar; aguardar | ↔ attendre — Ne pas bouger, rester là où l’on est pour la venue de quelque chose ou de quelqu’un. |
wacht:
-
de wacht (cipier; bewaker; gevangenbewaarder)
-
de wacht (schildwacht; wachter)
-
de wacht (portier; bewaker; deurwachter; suppoost)
Vertaal Matrix voor wacht:
Verwante woorden van "wacht":
Wiktionary: wacht
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wacht | → guarda; guardia | ↔ guard — person who or thing that protects something |
• wacht | → guarda; centinela | ↔ sentinel — A sentry or guard |
• wacht | → guarda; defensa; protección; conservación | ↔ garde — Traductions à trier suivant le sens |
• wacht | → guarda; celador | ↔ gardien — personne qui garder, qui surveiller, qui défendre. |
• wacht | → centinela | ↔ sentinelle — militaire|nocat=1 soldat qui fait le guet pour la garde d’un camp, d’une place, d’un palais, etc. |