Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor buur (Nederlands) in het Spaans
buur:
-
de buur
Vertaal Matrix voor buur:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
vecina | buur | buurman; buurmeisje; buurvrouw |
vecino | buur | buurman; omwonende |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
vecino | aangrenzend; aanliggend; aanliggende; aanpalend; belendend; naburig; omliggend; omwonend |