Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. afkorting:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afkorting (Nederlands) in het Spaans

afkorting:

afkorting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de afkorting
    la abreviación; la abreviatura

Vertaal Matrix voor afkorting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abreviación afkorting
abreviatura afkorting

Wiktionary: afkorting

afkorting
noun
  1. het inkorten van een woord of een frase

Cross Translation:
FromToVia
afkorting abreviación abbreviation — shortened or contracted form of a word or phrase
afkorting abreviación abbreviation — act or result of shortening or reducing