Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- verachten:
-
Wiktionary:
- verachten → despreciar, menospreciar, aborrecer, desdeñar
- verachten → abominar, detestar, desdeñar, despreciar, menospreciar, descuidar, desatender, aborrecer, desestimar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verachten (Nederlands) in het Spaans
verachten:
-
verachten (minachten; neerkijken op; geringschatten)
desestimar; despreciar; denigrar; fastidiar; desdeñar; subestimar; achicar; menospreciar; jorobar; empequeñecer; tratar con menosprecio-
desestimar werkwoord
-
despreciar werkwoord
-
denigrar werkwoord
-
fastidiar werkwoord
-
desdeñar werkwoord
-
subestimar werkwoord
-
achicar werkwoord
-
menospreciar werkwoord
-
jorobar werkwoord
-
empequeñecer werkwoord
-
tratar con menosprecio werkwoord
-
Conjugations for verachten:
o.t.t.
- veracht
- veracht
- veracht
- verachten
- verachten
- verachten
o.v.t.
- verachtte
- verachtte
- verachtte
- verachtten
- verachtten
- verachtten
v.t.t.
- heb veracht
- hebt veracht
- heeft veracht
- hebben veracht
- hebben veracht
- hebben veracht
v.v.t.
- had veracht
- had veracht
- had veracht
- hadden veracht
- hadden veracht
- hadden veracht
o.t.t.t.
- zal verachten
- zult verachten
- zal verachten
- zullen verachten
- zullen verachten
- zullen verachten
o.v.t.t.
- zou verachten
- zou verachten
- zou verachten
- zouden verachten
- zouden verachten
- zouden verachten
diversen
- veracht!
- veracht!
- veracht
- verachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verachten:
Wiktionary: verachten
verachten
Cross Translation:
verb
-
in hoge mate minachten
- verachten → despreciar; menospreciar; aborrecer
-
trotseren
- verachten → desdeñar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verachten | → abominar; detestar | ↔ abominate — to feel disgust towards, to hate in the highest degree |
• verachten | → desdeñar | ↔ despise — to regard with contempt or scorn |
• verachten | → despreciar; desdeñar; menospreciar | ↔ scorn — to feel contempt or disdain for something or somebody |
• verachten | → desdeñar; descuidar; desatender; despreciar; aborrecer | ↔ dédaigner — considérer avec dédain. |
• verachten | → despreciar; desestimar | ↔ mépriser — Traductions à trier suivant le sens |