Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. dronken:
  2. drinken:
  3. dronk:
  4. Wiktionary:
  5. Gebruikers suggesties voor dronken:
    • ebrio


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dronken (Nederlands) in het Spaans

dronken:

dronken bijvoeglijk naamwoord

  1. dronken (beschonken; ladderzat; zat; bezopen)
    borracho; bebido; emborrachado; de sobra; borracho perdido; abundante; ridículo
  2. dronken (aangeschoten; beneveld; beschonken)
    borracho; achispado

Vertaal Matrix voor dronken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borracho brasser; dronkaard; dronkelap; dronkeman; zatlap; zuiplap; zwelger
borracho perdido stomdronken persoon
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- zat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abundante beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat copieus; luxueus; mals; meer dan genoeg; talrijk; weelderig; welig; zat
achispado aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken aangeschoten; beneveld; beschonken; teut; tipsy
bebido beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat aangeschoten; achterlijk; beneveld; beschonken; meer dan genoeg; teut; tipsy; toeter; zat; zwakzinnig
borracho aangeschoten; beneveld; beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat aangeschoten; beneveld; beschonken; meer dan genoeg; teut; tipsy; toeter; zat
borracho perdido beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat bezopen; ladderzat; laveloos; meer dan genoeg; smoordronken; stomdroken; stomdronken; straalbezopen; zat
de sobra beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat in overvloed
emborrachado beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat aangeschoten; beneveld; beschonken; ladderzat; laveloos; meer dan genoeg; smoordronken; stomdronken; straalbezopen; teut; tipsy; zat
ridículo beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat absurd; belachelijk; bespottelijk; geestelijk gestoord; gek; lachwekkend; ondoenlijk; ongerijmd; onhaalbaar; onrealiseerbaar; onuitvoerbaar; ridicuul

Verwante woorden van "dronken":

  • dronkenst, dronkenste, dronk

Synoniemen voor "dronken":


Antoniemen van "dronken":


Verwante definities voor "dronken":

  1. onder invloed van alcohol zodat je niet meer helder kunt denken1
    • na twintig biertjes was hij dronken1

Wiktionary: dronken

dronken
adjective
  1. onder invloed van alcohol

Cross Translation:
FromToVia
dronken borracho; ebrio drunk — intoxicated after drinking too much alcohol
dronken borracho intoxicated — stupefied by alcohol
dronken borracho; ebrio ivre — Qui a le cerveau troubler par l’effet des boissons fermenter, par l’alcool, etc.

dronken vorm van drinken:

drinken werkwoord (drink, drinkt, dronk, dronken, gedronken)

  1. drinken (alcohol gebruiken)
  2. drinken (zuipen; borrelen)

Conjugations for drinken:

o.t.t.
  1. drink
  2. drinkt
  3. drinkt
  4. drinken
  5. drinken
  6. drinken
o.v.t.
  1. dronk
  2. dronk
  3. dronk
  4. dronken
  5. dronken
  6. dronken
v.t.t.
  1. heb gedronken
  2. hebt gedronken
  3. heeft gedronken
  4. hebben gedronken
  5. hebben gedronken
  6. hebben gedronken
v.v.t.
  1. had gedronken
  2. had gedronken
  3. had gedronken
  4. hadden gedronken
  5. hadden gedronken
  6. hadden gedronken
o.t.t.t.
  1. zal drinken
  2. zult drinken
  3. zal drinken
  4. zullen drinken
  5. zullen drinken
  6. zullen drinken
o.v.t.t.
  1. zou drinken
  2. zou drinken
  3. zou drinken
  4. zouden drinken
  5. zouden drinken
  6. zouden drinken
diversen
  1. drink!
  2. drinkt!
  3. gedronken
  4. drinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

drinken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. drinken
    la copeo
    • copeo [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor drinken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
copeo drinken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beber con exceso borrelen; drinken; zuipen
beber mucho borrelen; drinken; zuipen veel drinken
consumir bebidas alcohólicas alcohol gebruiken; drinken
emborracharse borrelen; drinken; zuipen bedrinken
empinar el codo borrelen; drinken; zuipen

Verwante definities voor "drinken":

  1. regelmatig sterke drank gebruiken1
    • als er problemen zijn, gaat hij drinken1
  2. vloeistof in je mond laten lopen en doorslikken1
    • we drinken een glas melk1

Wiktionary: drinken


Cross Translation:
FromToVia
drinken beber; tomar drink — consume liquid through the mouth
drinken tomar; beber drink — consume alcoholic beverages
drinken beber drink — action of drinking
drinken beber boiremettre un liquide dans sa bouche et l’avaler.

dronken vorm van dronk:

dronk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dronk (teug; slok)
    el trago; el sorbo
    • trago [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sorbo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dronk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sorbo dronk; slok; teug teugje
trago dronk; slok; teug borrel; neut; oorlam

Verwante woorden van "dronk":


Verwante vertalingen van dronken