Regering: vertaling Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

regering:
- gobierno; autoridad; gabinete; régimen; administración; galería de arte; poder; cómoda; alacena; consejo de ministros; sala de arte; armario de gabinete; Gobierno
Wiktionary:
- regering → gobierno
- regering → gobierno, mando, mandato, orden, junta, governamiento, nación, estado, reino

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor regering (Nederlands) in het Spaans

regering:

regering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de regering (gouvernement; gezag; kabinet)
el gobierno; la autoridad; el gabinete; el régimen; la administración; la galería de arte; el poder; la cómoda; la alacena; el consejo de ministros; la sala de arte; el armario de gabinete
- gobierno [el ~] zelfstandig naamwoord
- autoridad [la ~] zelfstandig naamwoord
- gabinete [el ~] zelfstandig naamwoord
- régimen [el ~] zelfstandig naamwoord
- administración [la ~] zelfstandig naamwoord
- galería de arte [la ~] zelfstandig naamwoord
- poder [el ~] zelfstandig naamwoord
- cómoda [la ~] zelfstandig naamwoord
- alacena [la ~] zelfstandig naamwoord
- consejo de ministros [el ~] zelfstandig naamwoord
- sala de arte [la ~] zelfstandig naamwoord
- armario de gabinete [el ~] zelfstandig naamwoord
de regering
Gobierno
- Gobierno

Vertaal Matrix voor regering:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
administración	gezag; gouvernement; kabinet; regering	administratie; autoriteiten; beheer; bescherming; bestuur; bewaking; bureau; controle; directie; hoede; intendance; land; leiding; lessenaar; natie; openbaar gezag; overheid; rentmeesterschap; rijk; rijksbestuur; schrijfbureau; schrijftafel; staat; toediening; toezicht; zeggenschap; zorg
alacena	gezag; gouvernement; kabinet; regering	kabinetje; kast; kastje; voorraadkelder; voorraadskelder
armario de gabinete	gezag; gouvernement; kabinet; regering	kabinet; kabinetkast
autoridad	gezag; gouvernement; kabinet; regering	autoriteit; autoriteiten; bevoegdheid; competentie; force majeure; gezag; gezaghebber; gezaghebbers; gezagsdrager; gezagsorgaan; heerschappij; instantie; invloed; kracht; macht; overmacht; vermogen
consejo de ministros	gezag; gouvernement; kabinet; regering	Kamer der Staten-Generaal; kabinet; kabinetsraad; kamer; ministerraad; ministerraden
cómoda	gezag; gouvernement; kabinet; regering	commode; ladekast; latafel; legkast
gabinete	gezag; gouvernement; kabinet; regering	Kamer der Staten-Generaal; kabinet; kabinetkast; kamer
galería de arte	gezag; gouvernement; kabinet; regering	galerie; kunstgalerie; kunstzaal; museumzaal
gobierno	gezag; gouvernement; kabinet; regering	beheer; bestuur; bewind; directie; leiding; regeringsstelsel; regime; staatsbestel; staatsbestuur
poder	gezag; gouvernement; kabinet; regering	autorisatie; autoriteit; capaciteit; fiat; geven van volmacht; gezag; heerschappij; kracht; lastbrief; lastgeving; licentie; macht; machtiging; machtigingsformulier; mandaat; procuratie; toestemming; vergunning; vermogen; volmacht
régimen	gezag; gouvernement; kabinet; regering	dieet; dieet houden; ideologie; leefregel; lijnen; regime; vermageringskuur
sala de arte	gezag; gouvernement; kabinet; regering	kunstzaal; museumzaal
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
poder		iets mogen; mogen
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gobierno	regering

Verwante woorden van "regering":

regeringen

Verwante definities voor "regering":

ministers die het land besturen¹
- de regering is benoemd door de koningin¹

Wiktionary: regering

regering

noun

een groep van personen die een land bestuurt, specifiek het staatshoofd en alle ministers
- regering → gobierno

Cross Translation:

From	To	Via
• regering	→ gobierno	↔ government — body with the power to make and/or enforce laws
• regering	→ gobierno	↔ Regierung — kein Plural: das Regieren; Ausübung, Wahrnehmung staatlicher Macht nach Innen (gegenüber den Bürgern) und Außen (gegenüber anderen Staaten)
• regering	→ gobierno	↔ Regierung — leitendes Organ^[7] eines Staates
• regering	→ mando; gobierno; mandato; orden; junta	↔ commandement — À trier
• regering	→ gobierno; governamiento	↔ gouvernement — action, charge, ou manière de gouverner, de régir, d’administrer quelque chose, en particulier dans le domaine politique.
• regering	→ nación; estado; reino; mando; gobierno	↔ règne — exercice du pouvoir souverain dans un état monarchique.
• regering	→ mando; gobierno	↔ tenue — Traductions à trier suivant le sens.

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Nederlandse en Spaanse zoekresultaten voor: regering

Uitgebreide vertaling voor regering (Nederlands) in het Spaans

regering:

regering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de regering (gouvernement; gezag; kabinet)

de regering

Vertaal Matrix voor regering:

Verwante woorden van "regering":

Verwante definities voor "regering":

Wiktionary: regering