Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. onvoorwaardelijk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onvoorwaardelijk (Nederlands) in het Spaans

onvoorwaardelijk:

onvoorwaardelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. onvoorwaardelijk (absoluut; zeker; pertinent; )
    absoluto; sin reservas; incondicional

Vertaal Matrix voor onvoorwaardelijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absoluto alomvattende
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absoluto absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker allesomvattende; faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; ongelimiteerd; vierkant; volstrekt
incondicional absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volmondig; volstrekt
sin reservas absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt

Verwante woorden van "onvoorwaardelijk":

  • onvoorwaardelijkheid, onvoorwaardelijke

Wiktionary: onvoorwaardelijk


Cross Translation:
FromToVia
onvoorwaardelijk incondicional unconditional — without conditions
onvoorwaardelijk perfecto parfait — Qui réunir toutes les qualités, sans nul mélange de défauts.
onvoorwaardelijk puro; mero pur — Qui est sans mélange.