Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Spaans ->Zoek: afzetter

Nederlandse en Spaanse zoekresultaten voor: afzetter

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

afzetter:
- Wiktionary:
  afzetter → estafador
  afzetter → ladrona, ladrón, ratero, truhán, ratera, truhana

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afzetter (Nederlands) in het Spaans

afzetter: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

afzet: venta; volumen de negocios; volumen de ventas
ter: en; al; a la
afzetten: defraudar; dar el pego; joder; engañar; sacar; abrir; cerrar; levantar; colocar; amanecer; apagar; elaborar; mentir; alzar; definir; depositar; desconectar; enredar; proyectar; camelar; estafar; derrocar; acotar; acorralar; delimitar; desalojar; formular; destituir; perfilar; cercar; mancharse; ensuciarse; apear; timar; destronar; demarcar; embaucar; deslindar; tomar el pelo; amañar; desahuciar; clarecer; clarear; chapucear; amputar; amover; sablear; apoyarse en; frangollar; atrabancar; embarullar; socaliñar; dar salida; agrandarse; chafallar; hacer mal; emporcarse; dar un sablazo; hacer una mala jugada; robar con engaño; pegarle a una persona; bordear; dejar; llevar hasta; dejar salir; hacer bajar; dejar bajar; parar; desenchufar; quitar; extirpar; quedar defraudado

Spelling Suggesties voor: afzetter

zetter; afzetten; afzette; aanzetter; afzender; afzettende; afzetsel; afzetting; afzet; afzwoer

Wiktionary: afzetter

afzetter

noun

iemand die door misleiding een buitensporige betaling voor iets weet te verkrijgen
- afzetter → estafador

Cross Translation:

From	To	Via
• afzetter	→ ladrona; ladrón; ratero; truhán; ratera; truhana	↔ crook — a criminal who steals

Computer vertaling door derden: