Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. toevalligheid:
  2. toevallig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toevalligheid (Nederlands) in het Spaans

toevalligheid:

toevalligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de toevalligheid (toeval)
    la casualidad; la suerte

Vertaal Matrix voor toevalligheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
casualidad toeval; toevalligheid
suerte toeval; toevalligheid aard; buitenkansje; fortuintje; gelukje; gelukkig toeval; klasse; levenslot; mazzeltje; meevaller; onderverdeling; opsteker; voordeel

Verwante woorden van "toevalligheid":


Wiktionary: toevalligheid


Cross Translation:
FromToVia
toevalligheid acaso; azar; casualidad hasard — Fortune, sort, destin ; cas fortuit, imprévu

toevalligheid vorm van toevallig:

toevallig bijvoeglijk naamwoord

  1. toevallig
    ocasional; accidental; fortuito; casual

Vertaal Matrix voor toevallig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- eventueel; mogelijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- misschien; wellicht
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accidental toevallig
casual toevallig informeel; voorlopig; vrijblijvend
fortuito toevallig
ocasional toevallig

Verwante woorden van "toevallig":

  • toevalligheid, toevalliger, toevalligere, toevalligst, toevalligste, toevallige

Synoniemen voor "toevallig":


Antoniemen van "toevallig":


Verwante definities voor "toevallig":

  1. wat kan gebeuren1
    • kom je toevallig langs een groenteman?1
  2. door een samenloop van omstandigheden1
    • ik heb hem toevallig ontmoet1
  3. zoals het nu eenmaal is1
    • toevallig ben ik de sterkste1

Wiktionary: toevallig


Cross Translation:
FromToVia
toevallig accidentalmente accidentally — unexpectedly, unintentionally
toevallig por casualidad by chance — Accidental(ly) or unexpected(ly)
toevallig ocasional occasional — limited to certain occasions; not very often
toevallig aleatorio random — all outcomes being unpredictable
toevallig casual; desordenado; ocasional anorganisch — nicht nach bestimmten, natürlichen Regeln ablaufend
toevallig accidental accidentel — Qui arrive par accident.
toevallig fortuito fortuit — Qui arrive ou qu’on croit arriver par hasard, d’une manière imprévue.
toevallig por casualidad par hasard — De manière fortuite, accidentelle.