Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- agente:
-
Wiktionary:
- agente → agens, agent
- agente → agent, vertegenwoordiger, tussenpersoon, bewerker, handelend persoon, politieagent, politieagente, politieman, politievrouw, agente, bedrijver, smeris, dealer
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor agente (Nederlands) in het Spaans
agente:
-
de agente (politieagente)
Vertaal Matrix voor agente:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
agente | agente; politieagente | agent; bemiddelaar; diender; gerechtsdienaar; intermediair; konstabel; politieagent; tussenpersoon |
policía | agente; politieagente | agent; diender; gerechtsdienaar; konstabel; politie; politieagent |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
agente | agent |
Verwante woorden van "agente":
Wiktionary: agente
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• agente | → policía; agente | ↔ police officer — an officer in a law enforcement agency |
Spaans
Uitgebreide vertaling voor agente (Spaans) in het Nederlands
agente:
-
la agente (policía)
Vertaal Matrix voor agente:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
agent | agente; guardia; policía | |
agente | agente; policía | |
bemiddelaar | agente | Defensor del Pueblo |
diender | agente; guardia; policía | |
gerechtsdienaar | agente; guardia; policía | |
intermediair | agente | intermediario; médium |
konstabel | agente; guardia; policía | artillero; tirador; tirador de primera |
politieagent | agente; guardia; policía | policía |
politieagente | agente; policía | |
tussenpersoon | agente | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
intermediair | intermediario; intermedio |
Verwante woorden van "agente":
Synoniemen voor "agente":
Wiktionary: agente
agente
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• agente | → agent; vertegenwoordiger; tussenpersoon | ↔ agent — one who acts in place of another |
• agente | → bewerker | ↔ agent — active power or cause |
• agente | → handelend persoon | ↔ agent — grammar: performer of the action in a sentence |
• agente | → politieagent; politieagente; politieman; politievrouw; agent; agente | ↔ police officer — an officer in a law enforcement agency |
• agente | → bedrijver; agent; politieagent; smeris; dealer; vertegenwoordiger | ↔ agent — Celui, celle, ce qui agit. |