Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stempelen (Nederlands) in het Spaans

stempelen:

stempelen werkwoord (stempel, stempelt, stempelde, stempelden, gestempeld)

  1. stempelen (afstempelen; stempel opdrukken)
  2. stempelen (stempel zetten)
    estampillar; sellar
  3. stempelen (uitkering krijgen; steun trekken)

Conjugations for stempelen:

o.t.t.
  1. stempel
  2. stempelt
  3. stempelt
  4. stempelen
  5. stempelen
  6. stempelen
o.v.t.
  1. stempelde
  2. stempelde
  3. stempelde
  4. stempelden
  5. stempelden
  6. stempelden
v.t.t.
  1. heb gestempeld
  2. hebt gestempeld
  3. heeft gestempeld
  4. hebben gestempeld
  5. hebben gestempeld
  6. hebben gestempeld
v.v.t.
  1. had gestempeld
  2. had gestempeld
  3. had gestempeld
  4. hadden gestempeld
  5. hadden gestempeld
  6. hadden gestempeld
o.t.t.t.
  1. zal stempelen
  2. zult stempelen
  3. zal stempelen
  4. zullen stempelen
  5. zullen stempelen
  6. zullen stempelen
o.v.t.t.
  1. zou stempelen
  2. zou stempelen
  3. zou stempelen
  4. zouden stempelen
  5. zouden stempelen
  6. zouden stempelen
en verder
  1. ben gestempeld
  2. bent gestempeld
  3. is gestempeld
  4. zijn gestempeld
  5. zijn gestempeld
  6. zijn gestempeld
diversen
  1. stempel!
  2. stempelt!
  3. gestempeld
  4. stempelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

stempelen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. stempelen (afstempelen)
    el estampillar; el timbrar
  2. stempelen (stempeling)
    el timbrado; el estampillado

Vertaal Matrix voor stempelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
estampillado stempelen; stempeling
estampillar afstempelen; stempelen
timbrado stempelen; stempeling
timbrar afstempelen; stempelen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cobrar el paro stempelen; steun trekken; uitkering krijgen werkeloos zijn
estampillar afstempelen; stempel opdrukken; stempel zetten; stempelen
poner un sello afstempelen; stempel opdrukken; stempelen
recibir el pago stempelen; steun trekken; uitkering krijgen
sellar afstempelen; stempel opdrukken; stempel zetten; stempelen bekrachtigen; bestempelen; bezegelen; certificeren; dichtdoen; dichtmaken; merken; sluiten; toedoen; toetrekken; van zegel voorzien; verzegelen; waarmerken

Verwante woorden van "stempelen":


Wiktionary: stempelen


Cross Translation:
FromToVia
stempelen acuñar; troquelar; estampar estampillermarquer avec une estampille.

stempelen vorm van stempel:

stempel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de stempel (inktstempel; zegel)
    la imprenta; el sello; el sello de goma; el sello de garantía

Vertaal Matrix voor stempel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
imprenta inktstempel; stempel; zegel bedrukking; boekdrukkerij; boekdrukkunst; drukkerij; drukkunst; keur; waarborg
sello inktstempel; stempel; zegel afdichting; eigenschap; herkenningsteken; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; kwaliteitsmerk; plakzegel; postzegel; typering; verzegeling; waarmerk; zegel; zegelafdruk
sello de garantía inktstempel; stempel; zegel keur; kwaliteitsmerk; waarborg; waarmerk
sello de goma inktstempel; stempel; zegel

Verwante woorden van "stempel":


Wiktionary: stempel


Cross Translation:
FromToVia
stempel cuña die — embossed device used in stamping
stempel timbre de goma rubber stamp — piece of rubber to make an imprint
stempel punzón StempelTechnik: Präge- oder Stanzvorrichtung
stempel sello Stempel — Gerät zum Prägen eines Namens oder einer kurzen Information
stempel pistilo StempelBotanik: Fruchtknoten, Griffel und Narbe einer Blüte