Nederlands
Uitgebreide vertaling voor afromen (Nederlands) in het Spaans
afromen:
-
afromen (afschuimen; afspanen)
Conjugations for afromen:
o.t.t.
- room af
- roomt af
- roomt af
- romen af
- romen af
- romen af
o.v.t.
- roomde af
- roomde af
- roomde af
- roomden af
- roomden af
- roomden af
v.t.t.
- heb afgeroomd
- hebt afgeroomd
- heeft afgeroomd
- hebben afgeroomd
- hebben afgeroomd
- hebben afgeroomd
v.v.t.
- had afgeroomd
- had afgeroomd
- had afgeroomd
- hadden afgeroomd
- hadden afgeroomd
- hadden afgeroomd
o.t.t.t.
- zal afromen
- zult afromen
- zal afromen
- zullen afromen
- zullen afromen
- zullen afromen
o.v.t.t.
- zou afromen
- zou afromen
- zou afromen
- zouden afromen
- zouden afromen
- zouden afromen
diversen
- room af!
- roomt af!
- afgeroomd
- afromende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
afromen (afschuimen; afspanen)
Vertaal Matrix voor afromen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
descremar | afromen; afschuimen; afspanen | |
desnatar | afromen; afschuimen; afspanen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
descremar | afromen; afschuimen; afspanen | |
desespumar | afromen; afschuimen; afspanen | |
desnatar | afromen; afschuimen; afspanen |