Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vroeger (Nederlands) in het Spaans

vroeger:

vroeger bijvoeglijk naamwoord

  1. vroeger (voorheen; eertijds; voormaals)
    en el pasado; antes; antaño; anteriormente; antiguamente; en otros tiempos
  2. vroeger (voormalig; voormalige; vorige; )
    antiguo; ex
    • antiguo bijvoeglijk naamwoord
    • ex bijvoeglijk naamwoord
  3. vroeger (voordien; eerder; voorheen)
    antes; anterior; anteriormente; en otros tiempos; pasado

Vertaal Matrix voor vroeger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
antaño weleer
anterior vorige
pasado verleden
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- eerder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- tevoren; voorheen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
antaño eertijds; voorheen; voormaals; vroeger voortijds
anterior eerder; voordien; voorheen; vroeger afgelopen; inleidend; verleden; voorafgaand; voorgaand; vooropgaand; vorig
anteriormente eerder; eertijds; voordien; voorheen; voormaals; vroeger tevoren; van tevoren; vantevoren; vooraf; vooraleer; voortijds
antes eerder; eertijds; voordien; voorheen; voormaals; vroeger daarvoor; ervoor; liever; te voren; tevoren; van tevoren; vantevoren; voor; vooraf; vooraleer; voortijds
antiguamente eertijds; voorheen; voormaals; vroeger voortijds; weleer
antiguo ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere antiek; muf; oeroud; oubakken; oud; oudbakken; oude; ouderwets; plat; verschaald
en el pasado eertijds; voorheen; voormaals; vroeger voortijds
en otros tiempos eerder; eertijds; voordien; voorheen; voormaals; vroeger voortijds; weleer
ex ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere
pasado eerder; voordien; voorheen; vroeger af; afgedaan; afgelopen; armoedig; beëindigd; binnengevallen; doorgegeven; flodderig; gereed; geëindigd; haveloos; ingehaald; klaar; langsgekomen; over; overschreden; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; uit; verder gegeven; verleden; verlopen; verstreken; vervallen; voltooid; voorbij; voorbij gestreefd; voorgevallen; vorig

Verwante woorden van "vroeger":


Synoniemen voor "vroeger":


Antoniemen van "vroeger":


Verwante definities voor "vroeger":

  1. voor de tijd van nu1
    • mijn opa vertelt graag van vroeger1

Wiktionary: vroeger

vroeger
adverb
  1. (zoals) in het verleden

Cross Translation:
FromToVia
vroeger antecedente antecedent — earlier in time or order
vroeger antes de before — at an earlier time
vroeger anteriormente; previamente previously — at an earlier time
vroeger anterior; antiguo vormalig — der Vergangenheit angehörend, nicht mehr bestehend
vroeger delante; anteriormente devantTraductions à trier suivant le sens
vroeger pasado; anterior précédent — Qui précéder, qui est immédiatement avant, en parlant ordinairement par rapport au temps.

vroeg:

vroeg bijvoeglijk naamwoord

  1. vroeg (vroegtijdig)
    temprano; anticipado; pronto; prematuro
  2. vroeg (pril)
    tierno; fresco

Vertaal Matrix voor vroeg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fresco fresco; frisheid; kilte; koelte; kou; koude; ondeugd; zedelijke slechtheid; zonde
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anticipado vroeg; vroegtijdig
fresco pril; vroeg aanmatigend; fris; frisjes; gekoeld; gemoedereerd; kil; koel; koeltjes; koud en vochtig; koudmakend; losjes; luchthartig; luchtig; nieuw; nieuwbakken; onbedorven; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; speels; vers; versgebakken; vlegelachtig
prematuro vroeg; vroegtijdig onbedacht; onbezonnen; ontijdig; overhaast; overijld; prematuur; te vroeg; voorbarig; voortijdig; voortijds
pronto vroeg; vroegtijdig abrupt; af; afgedaan; afgelopen; alras; directe; dra; eensklaps; eerstdaags; gauw; gereed; geëindigd; grif; grifweg; haastig; ijlings; ineens; klaar; later; met gemak; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; opeens; over; plots; plotseling; plotsklaps; rap; snel; spoedig; straks; uit; vlot; vlug; voltooid; voorbij; weldra; zometeen
temprano vroeg; vroegtijdig
tierno pril; vroeg diep; dun; fijn; fijngebouwd; fijngevoelig; fijnzinnig; gammel; innig; intens; krakkemikkig; lichtgebouwd; liefderijk; liefdevol; liefhebbend; mals; murw; rank; sappig; slank; teerbesnaard; teergevoelig; teerhartig; tenger; wankel; weekhartig; welig; zacht; zacht aanvoelend; zwak

Verwante woorden van "vroeg":


Antoniemen van "vroeg":


Verwante definities voor "vroeg":

  1. eerder in de tijd dan gebruikelijk of afgesproken1
    • ik ga vandaag vroeg naar bed1

Wiktionary: vroeg


Cross Translation:
FromToVia
vroeg precoz; temprano early — at a time in advance of the usual
vroeg temprano; prematuro early — arriving at a time before expected
vroeg temprano früh — zeitlich am Anfang liegend, zum Beginn
vroeg temprano zeitig — zu einem relativ frühen Zeitpunkt, verhältnismäßig früh
vroeg temprano précoce — Qui est mûr avant la saison, en parlant de certains fruits, de certains légumes qui viennent avant les autres de la même espèce.
vroeg temprano tôt — Moment jugé antérieur au moment habituel.

Verwante vertalingen van vroeger