Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schors (Nederlands) in het Spaans
schors:
-
de schors (bast)
Vertaal Matrix voor schors:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
corteza | bast; schors; stukje schors | bolster; boomschors; dop; korstje; omhulling; schaal; schelp; schil |
Verwante woorden van "schors":
schors vorm van schorsen:
-
schorsen (suspenderen)
Conjugations for schorsen:
o.t.t.
- schors
- schorst
- schorst
- schorsen
- schorsen
- schorsen
o.v.t.
- schorste
- schorste
- schorste
- schorsten
- schorsten
- schorsten
v.t.t.
- heb geschorst
- hebt geschorst
- heeft geschorst
- hebben geschorst
- hebben geschorst
- hebben geschorst
v.v.t.
- had geschorst
- had geschorst
- had geschorst
- hadden geschorst
- hadden geschorst
- hadden geschorst
o.t.t.t.
- zal schorsen
- zult schorsen
- zal schorsen
- zullen schorsen
- zullen schorsen
- zullen schorsen
o.v.t.t.
- zou schorsen
- zou schorsen
- zou schorsen
- zouden schorsen
- zouden schorsen
- zouden schorsen
en verder
- ben geschorst
- bent geschorst
- is geschorst
- zijn geschorst
- zijn geschorst
- zijn geschorst
diversen
- schors!
- schorst!
- geschorst
- schorsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor schorsen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
suspender | schorsen; suspenderen | afblazen; afgelasten; afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; afzeggen; afzien van rechtsvervolging; blijven zitten; doubleren; ermee uitscheiden; kelderen; onderbreken; opgeven; ophouden; ricocheren; seponeren; staken; stoppen; terugwijzen; uitscheiden; verdagen; verweren; verwerpen; wegstemmen; weigeren; zakken |
Verwante woorden van "schorsen":
Wiktionary: schorsen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schorsen | → bloquear; prohibir | ↔ sperren — ein Vertragsverhältnis von Seiten des Anbieters vorübergehend aussetzen oder endgültig beenden |
• schorsen | → bloquear; prohibir | ↔ sperren — die Gültigkeit eines Schecks beenden |
• schorsen | → bloquear; prohibir | ↔ sperren — eine Person vorübergehend oder auf Dauer vom organisierten Sport ausschließen |
• schorsen | → suspender | ↔ suspendieren — jemanden zeitweise von einer Verpflichtung oder einem Amt entbinden |
• schorsen | → suspender | ↔ suspendieren — etwas zeitweilig aufheben |