Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. debiel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor debiel (Nederlands) in het Spaans

debiel:

debiel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de debiel (mafkees; flapdrol; imbeciel; )
    el majareta; el chalado
    • majareta [el ~] zelfstandig naamwoord
    • chalado [el ~] zelfstandig naamwoord

debiel bijvoeglijk naamwoord

  1. debiel (zwakzinnig; dement; idioot; imbeciel)
    subnormal

Vertaal Matrix voor debiel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chalado debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot sofvent
majareta debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot
subnormal achterlijke; gek; geschifte; idioot; waanzinnige; zwakzinnige
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chalado achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot
subnormal debiel; dement; idioot; imbeciel; zwakzinnig

Verwante woorden van "debiel":

  • debielen, debiele

Wiktionary: debiel


Cross Translation:
FromToVia
debiel idiota; pendejo; cretino; gilipollas; huevón douchebag — slang: jerk, idiot