Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. zouteloos:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zouteloos (Nederlands) in het Spaans

zouteloos:

zouteloos bijvoeglijk naamwoord

  1. zouteloos
    soso; insípido; sin sabor; sin sal; con poca sal; haber perdido el sabor

Vertaal Matrix voor zouteloos:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
con poca sal zouteloos flauw; smakeloos; zonder smaak
haber perdido el sabor zouteloos
insípido zouteloos afstompend; eentonig; flauw; geestdodend; saai; smakeloos; stom; suf; zonder smaak
sin sabor zouteloos flauw; smakeloos; zonder smaak
sin sal zouteloos eerlijk; fideel; flauw; laf; openhartig; oprecht; rondborstig; smakeloos; trouwhartig; zonder smaak; zonder zout; zoutloos
soso zouteloos afgezaagd; bleek; daas; dof; eentonig; flauw; flets; geesteloos; mat; melig; monotoon; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; saai; slaapverwekkend; smakeloos; soezerig; suf; verschaald; verschoten; versuft; vervelend; zonder smaak

Verwante woorden van "zouteloos":


Wiktionary: zouteloos

zouteloos
adjective
  1. overdrachtelijk: waar alle belangwekkendheid aan ontbreekt