Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. welven:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor welven (Nederlands) in het Spaans

welven:

welven werkwoord (welf, welft, welfde, welfden, gewelfd)

  1. welven (buigen; krommen)
    torcer; inclinarse; encorvar; arquear; doblar; combar; doblarse; hacer una reverencia

Conjugations for welven:

o.t.t.
  1. welf
  2. welft
  3. welft
  4. welfen
  5. welfen
  6. welfen
o.v.t.
  1. welfde
  2. welfde
  3. welfde
  4. welfden
  5. welfden
  6. welfden
v.t.t.
  1. heb gewelfd
  2. hebt gewelfd
  3. heeft gewelfd
  4. hebben gewelfd
  5. hebben gewelfd
  6. hebben gewelfd
v.v.t.
  1. had gewelfd
  2. had gewelfd
  3. had gewelfd
  4. hadden gewelfd
  5. hadden gewelfd
  6. hadden gewelfd
o.t.t.t.
  1. zal welven
  2. zult welven
  3. zal welven
  4. zullen welven
  5. zullen welven
  6. zullen welven
o.v.t.t.
  1. zou welven
  2. zou welven
  3. zou welven
  4. zouden welven
  5. zouden welven
  6. zouden welven
diversen
  1. welf!
  2. welft!
  3. gewelfd
  4. welvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor welven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inclinarse flauw hellend aflopend; glooien
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arquear buigen; krommen; welven
combar buigen; krommen; welven buigen; eer betuigen
doblar buigen; krommen; welven breken; buigen; doen buigen; dubbel vouwen; dubbelvouwen; dubben; kapot gaan; krom buigen; krommen; nasynchroniseren; neerslaan; ombuigen; omknikken; omslaan; omvouwen; onderuithalen; opvouwen; plooien; samenvouwen; sneuvelen; stuk gaan; ten dele vouwen; toevouwen; verbuigen; vloeren; vouwen
doblarse buigen; krommen; welven doorbuigen; doorzakken; krom buigen; ombuigen; omknikken; reproduceren; verbuigen; verdubbelen; vermenigvuldigen
encorvar buigen; krommen; welven buigen; eer betuigen
hacer una reverencia buigen; krommen; welven buigen; eer betuigen; eerbied tonen
inclinarse buigen; krommen; welven aflopen; buigen; eerbied tonen; flauw hellend aflopend; glooien; hellen; naar voren staan; neerduiken; neigen; nijgen; overhangen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen; tenderen naar; vervallen; voorover buigen; voorover hellen; voorover neigen
torcer buigen; krommen; welven afdraaien; buigen; eer betuigen; ineendraaien; krom buigen; krombuigen; krommen; met iemand worstelen; ombuigen; verbuigen; worstelen; wrikken

Wiktionary: welven

welven
verb
  1. zich welven