Nederlands
Uitgebreide vertaling voor traag (Nederlands) in het Spaans
traag:
-
traag (sloom; langzaam)
-
traag (treuzelachtig; langzaam; aarzelend; slepend; weifelend; dralend; besluitloos; talmend; treuzelend; leuterig)
-
traag (werkschuw; lui)
perezoso; gandul; reacio al trabajo-
perezoso bijvoeglijk naamwoord
-
gandul bijvoeglijk naamwoord
-
reacio al trabajo bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor traag:
Verwante woorden van "traag":
Synoniemen voor "traag":
Antoniemen van "traag":
Verwante definities voor "traag":
Wiktionary: traag
traag
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• traag | → lento | ↔ langsam — eine niedrige Geschwindigkeit aufweisend, lange Zeit benötigend |
• traag | → lento | ↔ slow — not quick in motion |
• traag | → lentamente; despacio | ↔ slowly — At a slow pace |
• traag | → lento | ↔ lent — Qui n’est pas rapide dans ses mouvements, dans ses actions, qui n’agir pas avec promptitude. |