Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. gelul:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gelul (Nederlands) in het Spaans

gelul:

gelul [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gelul (geleuter; gezwam; gewauwel; )
    la charlatanería; la tonterías

Vertaal Matrix voor gelul:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
charlatanería gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat
tonterías gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat achterklap; achterlijkheid; apekool; dwaasheden; flauwekul; gebabbel; gebeuzel; gekeuvel; geklap; geklep; geklets; gekwebbel; geleuter; geroddel; gezwam; gezwets; humbug; idioterie; klap; klets; kletskoek; kletspraat; kolder; kolderverhaal; krankzinnigheid; kul; larie; malheid; nonsens; ongein; onzin; praatjes; prietpraat; quatsch; rimram; roddel; roddelpraat; roddels; waanzin; zotteklap

Verwante woorden van "gelul":

  • gelulen

Wiktionary: gelul


Cross Translation:
FromToVia
gelul tontería; gilipollez; chamullo; caca; mierda; huevada; idiotez; pendejada bullshit — deceitful statements, etc
gelul mierda; huevonada; babosada shit — nonsense, bullshit