Nederlands
Uitgebreide vertaling voor biscuit (Nederlands) in het Spaans
biscuit:
Vertaal Matrix voor biscuit:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bizcocho | biscuit; biscuitje; kaakje; koek; koekje | beschuit; biskwietje; cake; hoofddoek; kaak; kaakje; kleine kaak; scheepsbeschuit; tulband |
galleta | biscuit; biscuitje; kaakje; koek; koekje | beschuit; biskwietje; kaakje; kleine kaak |
pastel | biscuit; biscuitje; kaakje; koek; koekje | gebakje; korstgebak; taartje; troel; troela; trut; vetkrijt |