Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor parel (Nederlands) in het Spaans
parel:
Vertaal Matrix voor parel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
perla | parel | kralenrand |
Verwante woorden van "parel":
Wiktionary: parel
parel
Cross Translation:
noun
-
een hard, rond voorwerp dat door bepaalde weekdieren (hoofdzakelijk oesters, soms slakken) wordt gemaakt, en dat opgevist wordt om als sieraad te dienen
- parel → perla
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• parel | → cuenta | ↔ bead — pierced small round object |
• parel | → perla | ↔ pearl — rounded shelly concretion produced by certain mollusks |
• parel | → perla | ↔ Perle — kugelförmiges Abfallprodukt bestimmter Muschelarten aus Perlmutt, das zu (kostbaren) Schmuck verarbeitet wird |
• parel | → abalorio; grano | ↔ perle — globule ordinairement d’un blanc argentin, à reflets irisés, qui se forme dans certaines coquilles par une extravasation de la nacre. |
parel vorm van parelen:
-
parelen (kralen)
Conjugations for parelen:
o.t.t.
- parel
- parelt
- parelt
- parelen
- parelen
- parelen
o.v.t.
- parelde
- parelde
- parelde
- parelden
- parelden
- parelden
v.t.t.
- heb gepareld
- hebt gepareld
- heeft gepareld
- hebben gepareld
- hebben gepareld
- hebben gepareld
v.v.t.
- had gepareld
- had gepareld
- had gepareld
- hadden gepareld
- hadden gepareld
- hadden gepareld
o.t.t.t.
- zal parelen
- zult parelen
- zal parelen
- zullen parelen
- zullen parelen
- zullen parelen
o.v.t.t.
- zou parelen
- zou parelen
- zou parelen
- zouden parelen
- zouden parelen
- zouden parelen
diversen
- parel!
- parelt!
- gepareld
- parelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor parelen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
perlar | kralen; parelen | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
perlado | parelen |