Nederlands
Uitgebreide vertaling voor oordelen (Nederlands) in het Spaans
oordelen:
-
oordelen (een oordeel wijzen; rechtspreken)
juzgar; sentenciar; administrar justicia; formarse un juicio-
juzgar werkwoord
-
sentenciar werkwoord
-
administrar justicia werkwoord
-
formarse un juicio werkwoord
-
Conjugations for oordelen:
o.t.t.
- oordeel
- oordeelt
- oordeelt
- oordelen
- oordelen
- oordelen
o.v.t.
- oordeelde
- oordeelde
- oordeelde
- oordeelden
- oordeelden
- oordeelden
v.t.t.
- heb geoordeeld
- hebt geoordeeld
- heeft geoordeeld
- hebben geoordeeld
- hebben geoordeeld
- hebben geoordeeld
v.v.t.
- had geoordeeld
- had geoordeeld
- had geoordeeld
- hadden geoordeeld
- hadden geoordeeld
- hadden geoordeeld
o.t.t.t.
- zal oordelen
- zult oordelen
- zal oordelen
- zullen oordelen
- zullen oordelen
- zullen oordelen
o.v.t.t.
- zou oordelen
- zou oordelen
- zou oordelen
- zouden oordelen
- zouden oordelen
- zouden oordelen
en verder
- is geoordeeld
- zijn geoordeeld
diversen
- oordeel!
- oordeelt!
- geoordeeld
- oordelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor oordelen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
administrar justicia | een oordeel wijzen; oordelen; rechtspreken | |
formarse un juicio | een oordeel wijzen; oordelen; rechtspreken | |
juzgar | een oordeel wijzen; oordelen; rechtspreken | beoordelen; goed- of afkeuren |
sentenciar | een oordeel wijzen; oordelen; rechtspreken | berechten; vervolgen; vonnis uitspreken; vonnissen |
Verwante woorden van "oordelen":
Wiktionary: oordelen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• oordelen | → juzgar | ↔ judge — to sit in judgment on, pass sentence on |
• oordelen | → juzgar | ↔ judge — to sit in judgment on, act as judge |
• oordelen | → opinar | ↔ judge — to have as an opinion, consider, suppose |
• oordelen | → opinar | ↔ judge — to form an opinion, infer |
• oordelen | → juzgar | ↔ juger — juri|fr décider une affaire, un différend en qualité de juge. |
oordeel:
-
het oordeel (meningsuiting)
-
het oordeel (zienswijze; gezichtspunt; opvatting; visie; inzicht; interpretatie; denkbeeld; standpunt; idee; mening; opinie; lezing)
el juicio; la interpretación; la opinión; el pensamiento; el aspecto; el concepto; la concepción; la visión; el punto de vista; el modo de ver; la manera de pensar; la idea -
het oordeel (visie; opvatting; zienswijze; kijk; mening; denkbeeld; opinie)
Vertaal Matrix voor oordeel:
Verwante woorden van "oordeel":
Synoniemen voor "oordeel":
Verwante definities voor "oordeel":
Computer vertaling door derden: