Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- kliederen:
- klieder:
-
Wiktionary:
- kliederen → embadurnar, untar, manchar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kliederen (Nederlands) in het Spaans
kliederen:
-
kliederen (kladderen; klodderen)
ensuciar; pintorrear; manchar; embadurnar; ensuciarlo todo-
ensuciar werkwoord
-
pintorrear werkwoord
-
manchar werkwoord
-
embadurnar werkwoord
-
ensuciarlo todo werkwoord
-
Conjugations for kliederen:
o.t.t.
- klieder
- kliedert
- kliedert
- kliederen
- kliederen
- kliederen
o.v.t.
- kliederde
- kliederde
- kliederde
- kliederden
- kliederden
- kliederden
v.t.t.
- heb gekliederd
- hebt gekliederd
- heeft gekliederd
- hebben gekliederd
- hebben gekliederd
- hebben gekliederd
v.v.t.
- had gekliederd
- had gekliederd
- had gekliederd
- hadden gekliederd
- hadden gekliederd
- hadden gekliederd
o.t.t.t.
- zal kliederen
- zult kliederen
- zal kliederen
- zullen kliederen
- zullen kliederen
- zullen kliederen
o.v.t.t.
- zou kliederen
- zou kliederen
- zou kliederen
- zouden kliederen
- zouden kliederen
- zouden kliederen
diversen
- klieder!
- kliedert!
- gekliederd
- kliederend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
kliederen (geklieder)
la chapucería
Vertaal Matrix voor kliederen:
Verwante woorden van "kliederen":
kliederen vorm van klieder:
-
de klieder (kladderaar; broddelaar; knoeier; kladder)
Vertaal Matrix voor klieder:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
chapucero | broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier | beunhaas; klooi; klusjesman; knoeier; knoeipot; koekenbakker; koekhakker; morser; prutser; roffelaar; rommelaar; scharrelaar |
pintor de brocha gorda | broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier | huisschilder; huisschilderes; schilder; verver |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
chapucero | onopgeruimd; slordig |