Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- bombarderen:
-
Wiktionary:
- bombarderen → bombardear
- bombarderen → bombardear, bombear
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bombarderen (Nederlands) in het Spaans
bombarderen:
-
bombarderen (vanuit de lucht beschieten)
bombardear-
bombardear werkwoord
-
Conjugations for bombarderen:
o.t.t.
- bombardeer
- bombardeert
- bombardeert
- bombarderen
- bombarderen
- bombarderen
o.v.t.
- bombardeerde
- bombardeerde
- bombardeerde
- bombardeerden
- bombardeerden
- bombardeerden
v.t.t.
- heb gebombardeerd
- hebt gebombardeerd
- heeft gebombardeerd
- hebben gebombardeerd
- hebben gebombardeerd
- hebben gebombardeerd
v.v.t.
- had gebombardeerd
- had gebombardeerd
- had gebombardeerd
- hadden gebombardeerd
- hadden gebombardeerd
- hadden gebombardeerd
o.t.t.t.
- zal bombarderen
- zult bombarderen
- zal bombarderen
- zullen bombarderen
- zullen bombarderen
- zullen bombarderen
o.v.t.t.
- zou bombarderen
- zou bombarderen
- zou bombarderen
- zouden bombarderen
- zouden bombarderen
- zouden bombarderen
en verder
- ben gebombardeerd
- bent gebombardeerd
- is gebombardeerd
- zijn gebombardeerd
- zijn gebombardeerd
- zijn gebombardeerd
diversen
- bombardeer!
- bombardeert!
- gebombardeerd
- bombarderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bombarderen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bombardear | inpepering; inwrijving | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bombardear | bombarderen; vanuit de lucht beschieten | beschieten; bestoken |
Wiktionary: bombarderen
bombarderen
Cross Translation:
verb
-
bommen of andere projectielen afvuren op iets of iemand
- bombarderen → bombardear
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bombarderen | → bombardear; bombear | ↔ bomb — attack with bombs |
• bombarderen | → bombardear | ↔ bombard — to attack something with bombs, artillery shells, or other missiles |
• bombarderen | → bombardear | ↔ bombard — to direct at a substance an intense stream of high-energy particles, usually sub-atomic or made of at most a few atoms |
• bombarderen | → bombardear | ↔ shell — to bombard, to fire projectiles at |
• bombarderen | → bombardear; bombear | ↔ bombarder — attaquer une ville, une place, une position militaire avec de l’artillerie terrestre, maritime ou, larguer des bombes avec d'un aéronef. |