Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- baan:
- banen:
-
Wiktionary:
- baan → órbita, trayectoria, cancha, trabajo, empleo, camello, curro, chamba, laburo, talacha, pega, camino, calle, ruta, banda, carril, pista, puesto de trabajo, puesto, plaza, autoridad, labor, pasillo, corredor, función, cargo, oficio, anchura, servicio, almacén, depósito, carretera, calzada, arroyo, vía
- banen → abrirse camino, abrirse paso
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor baan (Nederlands) in het Spaans
baan:
-
de baan (dienstbetrekking; positie; functie; job)
-
de baan (werkkring; werk; werkplek)
-
de baan (traject; route; weg; afstand; ronde; baanvak; etappe; pad; tournee)
-
de baan (straatweg; straat; weg)
-
de baan (parcours)
-
de baan (spoorweg; spoorbaan; spoor; rails)
-
de baan (rijbaan; gedeelte van de weg; rijweg; rijstrook)
Vertaal Matrix voor baan:
Verwante woorden van "baan":
Synoniemen voor "baan":
Verwante definities voor "baan":
Wiktionary: baan
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• baan | → órbita | ↔ circle — orbit |
• baan | → trayectoria | ↔ course — trajectory of a ball etc. |
• baan | → cancha | ↔ court — place for playing the game of tennis and some other ball games |
• baan | → trabajo; empleo; camello; curro; chamba; laburo; talacha; pega | ↔ job — economic role for which a person is paid |
• baan | → órbita | ↔ orbit — path of one object around another |
• baan | → camino; calle; ruta | ↔ road — a way for travel |
• baan | → banda; carril; pista | ↔ Bahn — in einer bestimmten Länge und Breite vorgegebene Spur für Fahrzeuge |
• baan | → órbita | ↔ Bahn — die Orbitalbahn |
• baan | → puesto de trabajo; puesto; plaza; autoridad | ↔ Stelle — Arbeitsplatz |
• baan | → labor | ↔ Arbeit — Tätigkeit, die erledigt wird, um Geld zu verdienen |
• baan | → pasillo; corredor | ↔ couloir — Passage long et étroit (sens général) |
• baan | → empleo | ↔ emploi — usage qu’on fait de quelque chose. |
• baan | → función; cargo; oficio; empleo | ↔ fonction — Activité qui tend à un but précis |
• baan | → trabajo | ↔ job — (familier, fr) Petit emploi, souvent faiblement rémunéré et temporaire. |
• baan | → anchura | ↔ largeur — étendue d’une chose considérer d’un de ses côtés à l’autre, par opposition à longueur. |
• baan | → servicio; almacén; depósito; cargo; función; oficio; empleo | ↔ office — Fonction, emploi |
• baan | → carretera; pista; calzada; arroyo; camino; vía; ruta | ↔ route — Traductions à trier suivant le sens. |
• baan | → servicio | ↔ service — état, fonctions, devoirs de quelqu’un qui servir une personne ou une collectivité. |
• baan | → trayectoria | ↔ trajectoire — (mathématiques) ligne décrire par le centre de gravité d’un corps ou d’un système de corps en mouvement. |
baan vorm van banen:
-
banen (vrijmaken; bevrijden; emanciperen; vrijvechten; verlossen)
Conjugations for banen:
o.t.t.
- baan
- baant
- baant
- banen
- banen
- banen
o.v.t.
- baande
- baande
- baande
- baanden
- baanden
- baanden
v.t.t.
- heb gebaand
- hebt gebaand
- heeft gebaand
- hebben gebaand
- hebben gebaand
- hebben gebaand
v.v.t.
- had gebaand
- had gebaand
- had gebaand
- hadden gebaand
- hadden gebaand
- hadden gebaand
o.t.t.t.
- zal banen
- zult banen
- zal banen
- zullen banen
- zullen banen
- zullen banen
o.v.t.t.
- zou banen
- zou banen
- zou banen
- zouden banen
- zouden banen
- zouden banen
diversen
- baan!
- baant!
- gebaand
- banende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor banen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
liberar | bevrijden; loslaten | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
liberar | banen; bevrijden; emanciperen; verlossen; vrijmaken; vrijvechten | amnestie verlenen; bevrijden; bevrijden van belegeraars; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; laten gaan; loskomen; loslaten; losmaken; niet vasthouden; ontsnappen; ontzetten; van de boeien ontdoen; van last bevrijden; verlossen; vrijgeven; vrijkomen; vrijlaten; zich bevrijden |
Verwante woorden van "banen":
Wiktionary: banen
banen
verb
-
zich een weg ~: een pad maken waar er geen was, resoluut doordringen in iets
- banen → abrirse camino; abrirse paso