Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- valide:
- Wiktionary:
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- validar:
-
Wiktionary:
- validar → bekrachtigen
- validar → valideren, geldig verklaren
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor valide (Nederlands) in het Spaans
valide:
-
valide (geldig; aannemelijk; valabel)
válido; legal; legítimo; aceptable; justificado; legitimario-
válido bijvoeglijk naamwoord
-
legal bijvoeglijk naamwoord
-
legítimo bijvoeglijk naamwoord
-
aceptable bijvoeglijk naamwoord
-
justificado bijvoeglijk naamwoord
-
legitimario bijvoeglijk naamwoord
-
-
valide
-
valide (gegrond; geldig)
-
valide (arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken)
capacitado para el trabajo-
capacitado para el trabajo bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor valide:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor valide (Spaans) in het Nederlands
valide vorm van validar:
-
validar
-
validar (dar validez)
Conjugations for validar:
presente
- valido
- validas
- valida
- validamos
- validáis
- validan
imperfecto
- validaba
- validabas
- validaba
- validábamos
- validabais
- validaban
indefinido
- validé
- validaste
- validó
- validamos
- validasteis
- validaron
fut. de ind.
- validaré
- validarás
- validará
- validaremos
- validaréis
- validarán
condic.
- validaría
- validarías
- validaría
- validaríamos
- validaríais
- validarían
pres. de subj.
- que valide
- que valides
- que valide
- que validemos
- que validéis
- que validen
imp. de subj.
- que validara
- que validaras
- que validara
- que validáramos
- que validarais
- que validaran
miscelánea
- ¡valida!
- ¡validad!
- ¡no valides!
- ¡no validéis!
- validado
- validando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor validar:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gelden | validar | |
valideren | dar validez; validar | |
van kracht zijn | validar | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
valideren | validar |