Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. dag:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor dag:
    • jornada


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dag (Nederlands) in het Spaans

dag:

dag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dag
    el dia; el día
    • dia [el ~] zelfstandig naamwoord
    • día [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dia dag
día dag dagje
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
¡adiós! dag; doei; tot ziens
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
¡adiós! dag

Verwante woorden van "dag":

  • dage

Antoniemen van "dag":


Verwante definities voor "dag":

  1. tijd van middernacht tot middernacht, 24 uur1
    • welke dag is het vandaag?1
  2. tijd waarin het licht is1
    • het wordt al dag buiten1

Wiktionary: dag


Cross Translation:
FromToVia
dag adiós; chau; chao bye — short for goodbye
dag adiós; chau bye-bye — goodbye
dag día day — period of 24 hours
dag día day — period from midnight to the following midnight
dag día day — rotational period of a planet
dag día day — part of a day period which one spends at one’s job, school, etc.
dag día day — period between sunrise and sunset
dag diurno diurnal — happening during daylight; primarily active during the day
dag adiós; hasta luego; hasta la vista; hasta pronto; nos vemos goodbye — farewell
dag buenos días; hola; qué tal hello — greeting
dag día Tag — Zeitraum zwischen Morgendämmerung und Sonnenuntergang
dag día Tagnur Plural: Zeitraum, den jemand durchlebt oder erlebt
dag día Tag — Zeitspanne von 24 Stunden
dag buenos días; buenas tardes; hola bonjour — Formule pour saluer
dag día jour — Période de vingt-quatre heures
dag jornada journée — Espace de temps qui s’écoule entre le lever et le coucher du soleil. (Sens général).

Verwante vertalingen van dag