Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cerca
|
|
afsluitboom; afsluiting; barricade; hekwerk; rasterwerk; slagboom; sluitboom; versperring
|
pobre
|
|
arme drommel; armoedzaaiers; bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flits; ongelukkige; pauper; stakkerd; sukkelaar
|
poco
|
|
beetje
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ajustado
|
eng; krap; met weinig ruimte; nauw
|
dringend; eng; gepaste; geschikte; gevat; klemmend; met spoed; nauw; nauwgezet; nauwkeurig; nauwsluitend; passende; precies; scherpzinnig; schrander; slim; smal; smalletjes; snedig; spoedeisend; stipt; strak; strakgespannen; uitgeslapen; urgent; van geringe breedte
|
apenas
|
eng; krap; met weinig ruimte; nauw
|
amper; bijna geen; haast geen; luttel; nauwelijks; net aan; rakelings; ternauwernood; weinig
|
apretadamente
|
eng; krap; met weinig ruimte; nauw
|
|
cerca
|
eng; krap; met weinig ruimte; nauw
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabije; nabijgelegen; vlakbij
|
estrechamente
|
eng; krap; met weinig ruimte; nauw
|
krap bij kas
|
pobre
|
karig; krap; niet overvloedig
|
arm; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; bar; bekaaid; berooid; deerlijk; deerniswekkend; deplorabel; dun; ellendig; er bekaaid afkomen; erbarmelijk; erg; flodderig; geen vet op de botten hebbende; haveloos; iel; karig; luizig; luttel; mager; meelijwekkend; miserabel; onbemiddeld; ongegoed; onvermogend; pover; rampzalig; schamel; schooierig; schraal; schriel; sjofel; sjofeltjes; verlopen; weinig
|
poco
|
karig; krap; niet overvloedig
|
beetje; een paar; enige; enkele; in geringe mate; klein; luttel; miniem; minitueus; sommige; wat; weinig
|
por poco
|
eng; krap; met weinig ruimte; nauw
|
amper; bijna geen; haast geen; nauwelijks; net aan; rakelings; ternauwernood
|
rozando
|
eng; krap; met weinig ruimte; nauw
|
rakelings; ternauwernood
|