Knot: vertaling Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

knot:
- madeja; ramal; hilos de la madeja; recolección; puñado; maraña; ovillo; mechón; turbante; madejita; entorchado; moño
knotten:
- desmochar
Wiktionary:
- knot → rodete
- knotten → truncar

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor knot (Nederlands) in het Spaans

knot:

knot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de knot (streng garen)
la madeja; el ramal; el hilos de la madeja
- madeja [la ~] zelfstandig naamwoord
- ramal [el ~] zelfstandig naamwoord
- hilos de la madeja [el ~] zelfstandig naamwoord
de knot (knotje haar)
la recolección; la madeja; el puñado; la maraña; el ovillo; el mechón; el turbante; la madejita; el entorchado
- recolección [la ~] zelfstandig naamwoord
- madeja [la ~] zelfstandig naamwoord
- puñado [el ~] zelfstandig naamwoord
- maraña [la ~] zelfstandig naamwoord
- ovillo [el ~] zelfstandig naamwoord
- mechón [el ~] zelfstandig naamwoord
- turbante [el ~] zelfstandig naamwoord
- madejita [la ~] zelfstandig naamwoord
- entorchado [el ~] zelfstandig naamwoord
de knot (wrong; knoedel; vlecht; kluwen; haarknot; knoedeltje; knotje; knoet)
el moño
- moño [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor knot:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
entorchado	knot; knotje haar
hilos de la madeja	knot; streng garen
madeja	knot; knotje haar; streng garen	boogstreng; chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; touw; wanorde; wanordelijkheid; wirwar; zootje
madejita	knot; knotje haar
maraña	knot; knotje haar	allegaartje; chaos; heksenketel; jungle; keet; mengelmoes; oerwoud; puinhoop; regelloosheid; rimboe; samenraapsel; wanorde; wanordelijkheid; wirwar; zootje
mechón	knot; knotje haar	haarlok; krul; krullende haarlok; krulletje; lok; sluiswerk
moño	haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong	borstel; dotje; haarborstel; haarkuif; hanenkam; knoet; knuppel; kuif; vlok
ovillo	knot; knotje haar	chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; wirwar; zootje
puñado	knot; knotje haar	handvol; vuistvol
ramal	knot; streng garen	aftakken; boogstreng; touw; vertakken; wisselspoor; zijspoor
recolección	knot; knotje haar	druivenoogst; oogst; opbrengst van gewas; pluk; wijnoogst
turbante	knot; knotje haar	hoofddoek; tulband

Verwante woorden van "knot":

knotten, knots, knotje

Wiktionary: knot

Cross Translation:

From	To	Via
• knot	→ rodete	↔ bun — A tight roll of hair worn at the back of the head

knotten:

knotten werkwoord (knot, knotte, knotten, geknot)

knotten
desmochar
- desmochar werkwoord

Conjugations for knotten:

o.t.t.

knot
knot
knot
knotten
knotten
knotten

o.v.t.

knotte
knotte
knotte
knotten
knotten
knotten

v.t.t.

heb geknot
hebt geknot
heeft geknot
hebben geknot
hebben geknot
hebben geknot

v.v.t.

had geknot
had geknot
had geknot
hadden geknot
hadden geknot
hadden geknot

o.t.t.t.

zal knotten
zult knotten
zal knotten
zullen knotten
zullen knotten
zullen knotten

o.v.t.t.

zou knotten
zou knotten
zou knotten
zouden knotten
zouden knotten
zouden knotten

diversen

knot!
knot!
geknot
knottend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor knotten:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
desmochar	knotten

Verwante woorden van "knotten":

knot

Wiktionary: knotten

Cross Translation:

From	To	Via
• knotten	→ truncar	↔ curtail — to cut short an animal's tail

Remove Ads

Nederlandse en Spaanse zoekresultaten voor: knot

Uitgebreide vertaling voor knot (Nederlands) in het Spaans

knot:

knot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de knot (streng garen)

de knot (knotje haar)

de knot (wrong; knoedel; vlecht; kluwen; haarknot; knoedeltje; knotje; knoet)

Vertaal Matrix voor knot:

Verwante woorden van "knot":

Wiktionary: knot

knotten:

knotten werkwoord (knot, knotte, knotten, geknot)

knotten

Conjugations for knotten:

o.t.t.

o.v.t.

v.t.t.

v.v.t.

o.t.t.t.

o.v.t.t.

diversen

Vertaal Matrix voor knotten:

Verwante woorden van "knotten":

Wiktionary: knotten