Nederlands
Uitgebreide vertaling voor louter (Nederlands) in het Spaans
louter:
-
louter
sólo; puramente; puro; mero; únicamente; exclusivamente-
sólo bijvoeglijk naamwoord
-
puramente bijvoeglijk naamwoord
-
puro bijvoeglijk naamwoord
-
mero bijvoeglijk naamwoord
-
únicamente bijvoeglijk naamwoord
-
exclusivamente bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor louter:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | zuiver | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
exclusivamente | louter | alleen; enig; enkel; exclusief; uitsluitend |
mero | louter | |
puramente | louter | gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit |
puro | louter | baarlijk; blank; echt; eerlijk; fideel; gaaf; gewoonweg; klinkklaar; kuis; maagdelijk; net; onaangeraakt; onbesmet; onbevlekt; onbewimpeld; onbezwaard; ongelakt; ongerept; onomwonden; onschuldig; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; onvervalst; onzinnig; openhartig; oprecht; pure; puur; rechttoe; rein; rondborstig; ronduit; ruiterlijk; schoon; trouwhartig; virginaal; vlekkeloos; zuiver; zuivere |
sólo | louter | afgezonderd; alleen maar; desolaat; eenzaam; enkel; enkelvoudig; nog maar; slechts; vereenzaamd; verlaten |
únicamente | louter | alleen maar; enkel; enkelvoudig; slechts |
Verwante woorden van "louter":
Synoniemen voor "louter":
Verwante definities voor "louter":
louter vorm van louteren:
-
louteren (in zedelijk opzicht zuiveren; reinigen; kuisen; klaren)
Conjugations for louteren:
o.t.t.
- louter
- loutert
- loutert
- louteren
- louteren
- louteren
o.v.t.
- louterde
- louterde
- louterde
- louterden
- louterden
- louterden
v.t.t.
- ben gelouterd
- bent gelouterd
- is gelouterd
- zijn gelouterd
- zijn gelouterd
- zijn gelouterd
v.v.t.
- was gelouterd
- was gelouterd
- was gelouterd
- waren gelouterd
- waren gelouterd
- waren gelouterd
o.t.t.t.
- zal louteren
- zult louteren
- zal louteren
- zullen louteren
- zullen louteren
- zullen louteren
o.v.t.t.
- zou louteren
- zou louteren
- zou louteren
- zouden louteren
- zouden louteren
- zouden louteren
en verder
- heb gelouterd
- hebt gelouterd
- heeft gelouterd
- hebben gelouterd
- hebben gelouterd
- hebben gelouterd
diversen
- louter!
- loutert!
- gelouterd
- louterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor louteren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
purgar | laxeren; purgeren | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
expurgar | in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; kuisen; louteren; reinigen | |
purgar | in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; kuisen; louteren; reinigen | laxeren; purgeren; reinigen; schoonmaken; schoonpoetsen; zuiveren |
purificar | in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; kuisen; louteren; reinigen | reinigen; schoonmaken; schoonpoetsen; zuiveren |