Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bijgevoegd (Nederlands) in het Spaans
bijgevoegd:
-
bijgevoegd (bijgesloten; bijgaand)
Vertaal Matrix voor bijgevoegd:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anexo | aanbouw; aanhangsel; aanvulling; addendum; additie; appendix; bijgebouw; bijlage; bijvoegsel; dependance; meezending; supplement; toelichting; toevoeging; toevoegsel; uitbouw | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anexo | bijgaand; bijgesloten; bijgevoegd | ingesloten; inliggend; omsingeld |
incuido | bijgaand; bijgesloten; bijgevoegd |
Verwante woorden van "bijgevoegd":
Wiktionary: bijgevoegd
bijgevoegd
verb
-
voltooid deelwoord van bijvoegen
- bijgevoegd → adjunto
bijvoegen:
-
bijvoegen (aansluiten)
-
bijvoegen (bijdoen; toevoegen; bijsluiten; erbij voegen)
-
bijvoegen (bijsluiten; toevoegen; insluiten)
incluir; acompañar; adjuntar; agregar; envolver; encerrar; abarcar; dominar; añadir; cubrir; encapsular; contener; abrazar; limitar; aislar; restringir; acorralar; englobar; copar; comprimir; contornear-
incluir werkwoord
-
acompañar werkwoord
-
adjuntar werkwoord
-
agregar werkwoord
-
envolver werkwoord
-
encerrar werkwoord
-
abarcar werkwoord
-
dominar werkwoord
-
añadir werkwoord
-
cubrir werkwoord
-
encapsular werkwoord
-
contener werkwoord
-
abrazar werkwoord
-
limitar werkwoord
-
aislar werkwoord
-
restringir werkwoord
-
acorralar werkwoord
-
englobar werkwoord
-
copar werkwoord
-
comprimir werkwoord
-
contornear werkwoord
-
-
bijvoegen (toevoegen)
Conjugations for bijvoegen:
o.t.t.
- voeg bij
- voegt bij
- voegt bij
- voegen bij
- voegen bij
- voegen bij
o.v.t.
- voegde bij
- voegde bij
- voegde bij
- voegden bij
- voegden bij
- voegden bij
v.t.t.
- heb bijgevoegd
- hebt bijgevoegd
- heeft bijgevoegd
- hebben bijgevoegd
- hebben bijgevoegd
- hebben bijgevoegd
v.v.t.
- had bijgevoegd
- had bijgevoegd
- had bijgevoegd
- hadden bijgevoegd
- hadden bijgevoegd
- hadden bijgevoegd
o.t.t.t.
- zal bijvoegen
- zult bijvoegen
- zal bijvoegen
- zullen bijvoegen
- zullen bijvoegen
- zullen bijvoegen
o.v.t.t.
- zou bijvoegen
- zou bijvoegen
- zou bijvoegen
- zouden bijvoegen
- zouden bijvoegen
- zouden bijvoegen
diversen
- voeg bij!
- voegt bij!
- bijgevoegd
- bijvoegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
bijvoegen (toevoegen)
Vertaal Matrix voor bijvoegen:
Wiktionary: bijvoegen
bijvoegen
Cross Translation:
verb
-
als extra ergens aan toevoegen
- bijvoegen → añadir
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bijvoegen | → agregar; añadir; adjuntar | ↔ append — To add, as an accessory |
• bijvoegen | → adjuntar | ↔ beifügen — zu etwas dazulegen, mit etwas zusammen versenden |
• bijvoegen | → adosar; adjuntar; otorgar; conceder | ↔ beilegen — zu etwas hinzufügen |
• bijvoegen | → adjuntar; agregar; añadir | ↔ adjoindre — À trier |
• bijvoegen | → añadir | ↔ ajouter — mettre en plus. |
• bijvoegen | → juntar; ayuntar; reunirse | ↔ joindre — approcher deux choses l’une contre l’autre, en sorte qu’elles se toucher ou qu’elles se tenir. |
Computer vertaling door derden: