Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. markies:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor markies (Nederlands) in het Spaans

markies:

markies [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de markies (parasol; zonnescherm; zonwering)
    la marquesina; la sombrilla; el parasol

Vertaal Matrix voor markies:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
marquesina markies; parasol; zonnescherm; zonwering afdekkap; dak; hoed; kap; koepel; lichtkrant; overdekking; overkapping; wachthuisjes
parasol markies; parasol; zonnescherm; zonwering
sombrilla markies; parasol; zonnescherm; zonwering

Verwante woorden van "markies":

  • markiezen

Wiktionary: markies

markies
noun
  1. adel|nld adelijke titel

Cross Translation:
FromToVia
markies marqués marquess — title of nobility
markies amparo; abrigo; refugio; marquesina; colgardizo; bunker; asilo; cobertizo abriTraductions à trier suivant le sens.