Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. associatie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor associatie (Nederlands) in het Spaans

associatie:

associatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de associatie (verbond; coalitie; unie)
    la asociación; la alianza

Vertaal Matrix voor associatie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alianza associatie; coalitie; unie; verbond akkoord; alliantie; alliëren; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; coöperatie; federatie; genootschap; liga; pact; samenwerkingsverband; sociëteit; unie; verbond; verdrag; vereniging
asociación associatie; coalitie; unie; verbond aantal personen bijeen; ambachtsgilde; bedrijf; bond; broederschap; club; compagnonschap; coöperatie; deelgenootschap; firma; genootschap; gezelschap; gilde; groep; handelsbedrijf; handelshuis; koppeling; maatschap; maatschappij; medewerking; onderneming; orde; organisatie; partnerverband; samenwerkingsverband; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; vennootschap; vereniging

Verwante woorden van "associatie":

  • associaties

Wiktionary: associatie

associatie
noun
  1. het aan elkaar koppelen of met elkaar in verband brengen

Cross Translation:
FromToVia
associatie asociación association — state of being associated; connection to or an affiliation with something
associatie connotación connotation — suggested or implied meaning
associatie asociación; liga; unión; sindicato associationaction d’associer.