Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vinger:
  2. vingeren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vinger (Nederlands) in het Spaans

vinger:

vinger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de vinger
    el dedo; el listón
    • dedo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • listón [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vinger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dedo vinger
listón vinger lat; schroot; smalle plank

Verwante woorden van "vinger":

  • vingeren, vingers, vingertje, vingertjes

Verwante definities voor "vinger":

  1. elk van de vijf uitsteeksels van je hand1
    • hij heeft een ring om zijn vinger1

Wiktionary: vinger

vinger
noun
  1. extremiteiten van de hand

Cross Translation:
FromToVia
vinger dedo digit — finger or toe
vinger digital; dactilar digital — having to do or performed with a finger
vinger mano; dedo finger — extremity of the hand
vinger dedo FingerAnatomie: ein bewegliches Glied der Hand höherer Primaten
vinger dedo doigt — Extrémité des mains.

vingeren:

vingeren werkwoord (vinger, vingert, vingerde, vingerden, gevingerd)

  1. vingeren

Conjugations for vingeren:

o.t.t.
  1. vinger
  2. vingert
  3. vingert
  4. vingeren
  5. vingeren
  6. vingeren
o.v.t.
  1. vingerde
  2. vingerde
  3. vingerde
  4. vingerden
  5. vingerden
  6. vingerden
v.t.t.
  1. heb gevingerd
  2. hebt gevingerd
  3. heeft gevingerd
  4. hebben gevingerd
  5. hebben gevingerd
  6. hebben gevingerd
v.v.t.
  1. had gevingerd
  2. had gevingerd
  3. had gevingerd
  4. hadden gevingerd
  5. hadden gevingerd
  6. hadden gevingerd
o.t.t.t.
  1. zal vingeren
  2. zult vingeren
  3. zal vingeren
  4. zullen vingeren
  5. zullen vingeren
  6. zullen vingeren
o.v.t.t.
  1. zou vingeren
  2. zou vingeren
  3. zou vingeren
  4. zouden vingeren
  5. zouden vingeren
  6. zouden vingeren
diversen
  1. vinger!
  2. vingert!
  3. gevingerd
  4. vingerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vingeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
manosear vingeren betasten; bevoelen; foezelen; friemelen; frunniken; voelen
meter el dedo vingeren

Verwante woorden van "vingeren":


Wiktionary: vingeren


Cross Translation:
FromToVia
vingeren palpar tâtertoucher, manier doucement une chose, pour savoir si elle est dure ou molle, sec ou humide, froide ou chaude, etc.