Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. schuwen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schuwen (Nederlands) in het Spaans

schuwen:

schuwen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. schuwen (vermijden; ontwijken; vermijding; )
    la evitación; la evasión

Vertaal Matrix voor schuwen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
evasión mijden; ontlopen; ontwijken; schuwen; verhoeden; vermijden; vermijding mijden; mijding; omtrekkende beweging; ontlopen; ontsnapping; ontvluchting; ontwijken; ontwijking; trachten te ontkomen aan; uitbraak; uitbreken; vliegreis; vliegtocht; vlucht
evitación mijden; ontlopen; ontwijken; schuwen; verhoeden; vermijden; vermijding

Wiktionary: schuwen


Cross Translation:
FromToVia
schuwen esquivar eschew — avoid, shun