Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- rondhangen:
-
Wiktionary:
- rondhangen → habitar, morar, vagar, merodear, perder el tiempo, holgazanear, vagancia, merodeo
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor rondhangen (Nederlands) in het Spaans
rondhangen:
-
rondhangen (niksen; rondlummelen)
-
rondhangen (lanterfanten; luieren; lummelen; niksen; nietsdoen)
haraganear; gandulear; holgazanear; no dar golpe-
haraganear werkwoord
-
gandulear werkwoord
-
holgazanear werkwoord
-
no dar golpe werkwoord
-
Conjugations for rondhangen:
o.t.t.
- hang rond
- hangt rond
- hangt rond
- hangen rond
- hangen rond
- hangen rond
o.v.t.
- hing rond
- hing rond
- hing rond
- hingen rond
- hingen rond
- hingen rond
v.t.t.
- heb rondgehangen
- hebt rondgehangen
- heeft rondgehangen
- hebben rondgehangen
- hebben rondgehangen
- hebben rondgehangen
v.v.t.
- had rondgehangen
- had rondgehangen
- had rondgehangen
- hadden rondgehangen
- hadden rondgehangen
- hadden rondgehangen
o.t.t.t.
- zal rondhangen
- zult rondhangen
- zal rondhangen
- zullen rondhangen
- zullen rondhangen
- zullen rondhangen
o.v.t.t.
- zou rondhangen
- zou rondhangen
- zou rondhangen
- zouden rondhangen
- zouden rondhangen
- zouden rondhangen
diversen
- hang rond!
- hangt rond!
- rondgehangen
- rondhangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor rondhangen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gandulear | lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen | aanklooien; klooien; lijntrekken; rotzooien |
haraganear | lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen | aanklooien; klooien; rotzooien |
holgazanear | lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen | aanklooien; dralen; drentelen; klooien; leeglopen; lijntrekken; rotzooien; talmen; teuten; treuzelen; vrijlopen |
no dar golpe | lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; rondlummelen | |
tocarse la barriga | niksen; rondhangen; rondlummelen |
Wiktionary: rondhangen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rondhangen | → habitar; morar | ↔ dwell — live, reside |
• rondhangen | → vagar; merodear; perder el tiempo; holgazanear | ↔ loiter — to stand about idly |
• rondhangen | → vagancia; merodeo | ↔ loitering — The action of the verb loiter |