Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. elkaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor elkaar (Nederlands) in het Spaans

elkaar:

elkaar bijvoeglijk naamwoord

  1. elkaar (mekaar)
    mutuamente; recíprocamente

Vertaal Matrix voor elkaar:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
nos elkaar; mekaar
se elkaar; elkander; mekaar men; zich; zichzelf
unos a otros elkaar; elkander; mekaar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mutuamente elkaar; mekaar uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen
recíprocamente elkaar; mekaar uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen
se hen; hun

Verwante definities voor "elkaar":

  1. wederzijds hetzelfde doen1
    • ze schreven elkaar een lange brief1

Wiktionary: elkaar


Cross Translation:
FromToVia
elkaar mutuamente; entre si; el uno al otro; se each other — to one another; one to the other

Verwante vertalingen van elkaar