Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Spaans ->Zoek: aanstaand

Nederlandse en Spaanse zoekresultaten voor: aanstaand

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

aanstaand:
- futuro; próximo; propuesto; venidero; entrante; intencionado
Wiktionary:
- aanstaand → que viene, cercano, entrante, próximo, siguiente
- aanstaand → próximo, entrante, cerca, cercano, afí, consecutivo, siguiente, sucesivo

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanstaand (Nederlands) in het Spaans

aanstaand:

aanstaand bijvoeglijk naamwoord

aanstaand (toekomstig; aankomend; toekomend; toekomstige)
futuro; próximo; propuesto; venidero; entrante; intencionado
- futuro bijvoeglijk naamwoord
- próximo bijvoeglijk naamwoord
- propuesto bijvoeglijk naamwoord
- venidero bijvoeglijk naamwoord
- entrante bijvoeglijk naamwoord
- intencionado bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor aanstaand:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
futuro		toekomst; toekomsten; voorland
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
entrante	aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige	binnenkomend; inkomend
futuro	aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige
intencionado	aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige	bedoeld; beoogd; bewust; expres; met opzet; moedwillig; opzettelijk; van plan; van zins; voorbedacht; voorgenomen; welbewust
propuesto	aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige	beoogd; voorgesteld
próximo	aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige	aanstaande; eerstvolgend; komend; navolgend; onderstaande; opvolgend; volgend; volgende
venidero	aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige

Wiktionary: aanstaand

aanstaand

adjective

eerstvolgend, komend
- aanstaand → que viene; cercano; entrante; próximo; siguiente

Cross Translation:

From	To	Via
• aanstaand	→ próximo	↔ next — nearest date, time, space or order
• aanstaand	→ entrante; próximo	↔ prochain — Voisin, suivant.
• aanstaand	→ cerca; próximo; cercano; afí	↔ proche — Traductions à trier suivant le sens
• aanstaand	→ próximo; entrante; consecutivo; siguiente; sucesivo	↔ suivant — Qui est après, qui vient après.