Nederlands
Uitgebreide vertaling voor flemen (Nederlands) in het Spaans
flemen:
-
flemen (flikflooien)
Conjugations for flemen:
o.t.t.
- fleem
- fleemt
- fleemt
- flemen
- flemen
- flemen
o.v.t.
- fleemde
- fleemde
- fleemde
- fleemden
- fleemden
- fleemden
v.t.t.
- heb gefleemd
- hebt gefleemd
- heeft gefleemd
- hebben gefleemd
- hebben gefleemd
- hebben gefleemd
v.v.t.
- had gefleemd
- had gefleemd
- had gefleemd
- hadden gefleemd
- hadden gefleemd
- hadden gefleemd
o.t.t.t.
- zal flemen
- zult flemen
- zal flemen
- zullen flemen
- zullen flemen
- zullen flemen
o.v.t.t.
- zou flemen
- zou flemen
- zou flemen
- zouden flemen
- zouden flemen
- zouden flemen
diversen
- fleem!
- fleemt!
- gefleemd
- flemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor flemen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
adular | flemen; flikflooien | flatteren; flikflooien; kruipen; meeconverseren; meepraten; stroop om de mond smeren; vleien; vlemen |
camelar | flemen; flikflooien | afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; neppen; omlijnen |
Spaans
Uitgebreide vertaling voor flemen (Spaans) in het Nederlands
flemen vorm van flemar:
-
flemar (escupir moco)
slijm opgeven; slijmen-
slijm opgeven werkwoord (geef slijm op, geeft slijm op, gaf slijm op, gaven slijm op, slijm opgegeven)
-
Conjugations for flemar:
presente
- flemo
- flemas
- flema
- flemamos
- flemáis
- fleman
imperfecto
- flemaba
- flemabas
- flemaba
- flemábamos
- flemabais
- flemaban
indefinido
- flemé
- flemaste
- flemó
- flemamos
- flemasteis
- flemaron
fut. de ind.
- flemaré
- flemarás
- flemará
- flemaremos
- flemaréis
- flemarán
condic.
- flemaría
- flemarías
- flemaría
- flemaríamos
- flemaríais
- flemarían
pres. de subj.
- que fleme
- que flemes
- que fleme
- que flememos
- que fleméis
- que flemen
imp. de subj.
- que flemara
- que flemaras
- que flemara
- que flemáramos
- que flemarais
- que flemaran
miscelánea
- ¡flema!
- ¡flemad!
- ¡no flemes!
- ¡no fleméis!
- flemado
- flemando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor flemar:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
slijmen | hacer la pelotilla | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
slijm opgeven | escupir moco; flemar | esputar; expectorar |
slijmen | escupir moco; flemar |