Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. afstammeling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afstammeling (Nederlands) in het Spaans

afstammeling:

afstammeling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de afstammeling (telg; nakomeling)
    la descendencia; el descendiente; el ramito; la ramita

Vertaal Matrix voor afstammeling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descendencia afstammeling; nakomeling; telg afkomst; afstamming; broed; gebroed; herkomst; kinderen; komaf; kroost; nageslacht; nakomelingen; origine; telgen
descendiente afstammeling; nakomeling; telg descendant
ramita afstammeling; nakomeling; telg
ramito afstammeling; nakomeling; telg

Verwante woorden van "afstammeling":


Wiktionary: afstammeling

afstammeling
noun
  1. bloedverwant in neerdalende lijn

Cross Translation:
FromToVia
afstammeling descendiente descendant — one who is the progeny of someone
afstammeling descendiente; sucesor descendant — famille|fr personne de la même famille et, d’une génération postérieure.
afstammeling sucesor; sucesora; descendiente successeur — Personne qui succéder à une autre dans une fonction, un titre, un rôle ou une institution.