Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- zeuren:
- zeur:
-
Wiktionary:
- zeuren → refunfuñar, gruñir, gimoteo, lloriqueo, gimotear, lloriquear
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zeuren (Nederlands) in het Spaans
zeuren:
-
zeuren (klagen)
-
zeuren (drammen; aandringen; doordrukken; doordrammen)
seguir empujando; machacar; dar la lata; abrirse paso-
seguir empujando werkwoord
-
machacar werkwoord
-
dar la lata werkwoord
-
abrirse paso werkwoord
-
-
zeuren (kankeren)
-
zeuren (talmen; hannesen; zeiken; teuten; dralen; treuzelen; drentelen; aarzelen; zaniken; druilen)
Conjugations for zeuren:
o.t.t.
- zeur
- zeurt
- zeurt
- zeuren
- zeuren
- zeuren
o.v.t.
- zeurde
- zeurde
- zeurde
- zeurden
- zeurden
- zeurden
v.t.t.
- heb gezeurd
- hebt gezeurd
- heeft gezeurd
- hebben gezeurd
- hebben gezeurd
- hebben gezeurd
v.v.t.
- had gezeurd
- had gezeurd
- had gezeurd
- hadden gezeurd
- hadden gezeurd
- hadden gezeurd
o.t.t.t.
- zal zeuren
- zult zeuren
- zal zeuren
- zullen zeuren
- zullen zeuren
- zullen zeuren
o.v.t.t.
- zou zeuren
- zou zeuren
- zou zeuren
- zouden zeuren
- zouden zeuren
- zouden zeuren
diversen
- zeur!
- zeurt!
- gezeurd
- zeurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor zeuren:
Verwante woorden van "zeuren":
Synoniemen voor "zeuren":
Verwante definities voor "zeuren":
Wiktionary: zeuren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zeuren | → refunfuñar; gruñir | ↔ nörgeln — penetrant/störend, aber nicht aggressiv seinen Unmut äußern |
• zeuren | → gimoteo; lloriqueo | ↔ whine — a long-drawn, high-pitched complaining cry or sound |
• zeuren | → gimotear; lloriquear | ↔ whine — to complain or protest with a whine or as if with a whine |
zeur:
-
de zeur (zeurkous; geitenbreier; zeikerd; zemel; zeurpiet)
Vertaal Matrix voor zeur:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
letoso | geitenbreier; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet | |
palisa | geitenbreier; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet | |
pelmazo | geitenbreier; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet |