Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- interview:
- interviewen:
-
Wiktionary:
- interview → interviú
- interview → entrevista
- interviewen → entrevistar
- interviewen → entrevistar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor interview (Nederlands) in het Spaans
interview:
-
het interview (vraaggesprek)
la entrevista; el interviú; la conversación; el mantenimiento; la charla; el entretenimiento; la manutención
Vertaal Matrix voor interview:
Verwante woorden van "interview":
Synoniemen voor "interview":
Verwante definities voor "interview":
Wiktionary: interview
interview
Cross Translation:
noun
-
een gesprek met iemand over diens opvattingen en ervaringen
- interview → interviú
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• interview | → entrevista | ↔ interview — conversation with journalist etc. |
• interview | → entrevista | ↔ Interview — Befragung mit dem Ziel, von dem/den Befragten Informationen oder Ansichten in Erfahrung zu bringen |
• interview | → entrevista | ↔ entrevue — rencontre concerter entre deux ou plusieurs personnes pour se voir, pour parler d’affaires ou de tout autre sujet. |
interviewen:
-
interviewen (een interview houden)
Conjugations for interviewen:
o.t.t.
- interview
- interviewt
- interviewt
- interviewen
- interviewen
- interviewen
o.v.t.
- interviewde
- interviewde
- interviewde
- interviewden
- interviewden
- interviewden
v.t.t.
- heb geïnterviewd
- hebt geïnterviewd
- heeft geïnterviewd
- hebben geïnterviewd
- hebben geïnterviewd
- hebben geïnterviewd
v.v.t.
- had geïnterviewd
- had geïnterviewd
- had geïnterviewd
- hadden geïnterviewd
- hadden geïnterviewd
- hadden geïnterviewd
o.t.t.t.
- zal interviewen
- zult interviewen
- zal interviewen
- zullen interviewen
- zullen interviewen
- zullen interviewen
o.v.t.t.
- zou interviewen
- zou interviewen
- zou interviewen
- zouden interviewen
- zouden interviewen
- zouden interviewen
en verder
- ben geïnterviewd
- bent geïnterviewd
- is geïnterviewd
- zijn geïnterviewd
- zijn geïnterviewd
- zijn geïnterviewd
diversen
- interview!
- interviewt!
- geïnterviewd
- interviewend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor interviewen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
entrevistar | een interview houden; interviewen | gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen |
mantener una entrevista | een interview houden; interviewen |
Verwante woorden van "interviewen":
Wiktionary: interviewen
interviewen
Cross Translation:
verb
-
een vraaggesprek met iemand houden
- interviewen → entrevistar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• interviewen | → entrevistar | ↔ interview — to obtain an interview |