Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tiener:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tiener (Nederlands) in het Spaans

tiener:

tiener [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tiener (teenager)
    la jovencita; el púber; el muchacho

Vertaal Matrix voor tiener:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jovencita teenager; tiener jonge vrouw; jongedame; keukenmeid; keukenprinses; meid; meisje
muchacho teenager; tiener baasje; joch; klein kereltje
púber teenager; tiener broekie; broekvent; kereltje; puber
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
púber opgeschoten; puberaal

Verwante woorden van "tiener":

  • tieners

Wiktionary: tiener

tiener
noun
  1. persoon tussen dertien en negentien jaar oud

Cross Translation:
FromToVia
tiener adolescente teenager — person aged between thirteen and nineteen
tiener adolescente adolescentpersonne déjà pubère, mais qui n'est pas encore adulte.

Computer vertaling door derden: