Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gordo
|
|
dikbuik; dikkerd; dikzak; dreumes; drol; jackpot; kort en dik persoon; onderkruipsel; papzak; propje; vetzak
|
grueso
|
|
force majeure; grootste deel; gros; meerderheid; merendeel; overmacht
|
pesado
|
|
chagrijn; druiloortje; ergernis; etter; etterbak; galbak; hinder; hinderlijk persoon; lastpak; lastpost; overlast; spelbreker
|
puesto
|
|
ambt; arbeidsplaats; betrekking; functie; kraam; kraampje; locatie; plaats; plek; raadszetel; stalletje; stand; standoord
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
-
|
corpulent; dik
|
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
corpulento
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
afgesloten; beslist; besluitvaardig; dapper; dicht; dik; gedecideerd; gesloten; heldhaftig; heroïsch; kloek; kordaat; lijvig; moedig; onverschrokken; resoluut; stout; stoutmoedig; toe; vastberaden; vet; vetlijvig; zwaar van lijf
|
entrado
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
binnengebracht; binnengetrokken
|
entrado en carnes
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
|
espeso
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
afgesloten; dicht; dik; dik vloeibaar; gesloten; lijvig; stroopachtig; stroperig; taai-vloeibaar; toe; vet; vettig; viskeus; zwaar van lijf
|
extenso
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
ampel; breed; breedgeschouderd; breedvoerig; extensief; groots; grootschalig; grootscheeps; in details; lang en smal; langgerekt; langjarig; omstandig; uitgebreid; uitgestrekt; uitgewerkt; uitvoerig; veeljarig; veelomvattend; verregaand
|
fértil
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig
|
gordo
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
afgesloten; dicht; dik; dikachtig; gesloten; lijvig; toe; vet; vetlijvig; vettig; zwaar van lijf
|
grasiento
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
smeerachtig; vet; vetachtig; vethoudend; vetlijvig; vetrijk; vettig
|
graso
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
vethoudend; vetrijk
|
grave
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
argwaan opwekkend; benard; benauwd; erg; ernstig; gemeen; hachelijk; heel erg; ingetogen; kritiek; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel; ontzettend; penibel; schromelijk; serieus; stemmig; van bedenkelijke aard; verdacht; verschrikkelijk; vol ernst; vreselijk; week; werkelijk menend; zorgelijk; zorgwekkend; zwak
|
gravemente
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
|
grueso
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
afgesloten; dicht; dik; dikachtig; gesloten; grof; grofgebouwd; grofkorrelig; lijvig; lomp; ruw; schofterig; toe; vet; vettig; zwaar van lijf
|
hinchado
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
afgesloten; bombastisch; dicht; gesloten; gezwollen; hoogdravend; opgeblazen; opgebold; opgezet; opgezet dier; opgezwollen; pompeus; toe; verzadigd; vol; volgegeten
|
importante
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; adelijk; beduidend; befaamd; behoorlijk; belangrijk; belangrijke; beroemd; cruciaal; deftig; doorluchtig; eerbiedwaardig; elementair; enorm; essentieel; flink; fors; geacht; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; hooggezeten; hoogverheven; illuster; important; noodzakelijk; prominent; royaal; statig; substantieel; van belang; vereist; verheven; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; vorstelijk; waardig
|
llenito
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
|
lucrativo
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
bruikbaar; de moeite waard; lonend; lucratief; nuttig; praktisch; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
|
masivo
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
fors; massaal; massale; massief; potig; robuust; struis; talrijk; zwaar; zwaargebouwd
|
movido
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
aangedaan; bewogen; bungelend; gepassioneerd; gereden; geroerd; gevoelvol; geëmotioneerd; verreden
|
negrilla
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
|
obeso
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
|
penoso
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
akelig; benard; benauwd; beroerd; bezwaarlijk; diepdroevig; ellendig; ernstig; gevaarlijk; gevat; hachelijk; indroevig; kritiek; lastig; lastige; met bezwaren; moeizaam; naar; penibel; pijnlijk; risicovol; riskant; rouwig; scherp; scherpzinnig; schrander; slim; smartelijk; snedig; stekend; treurig; uitgeslapen; verdrietig; verdrietig makend; vlijmend; vlijmscherp; zeer doend; zorgelijk; zorgwekkend
|
pesado
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
afgezaagd; beklagend; bezwaarlijk; eentonig; ellendig; ergerlijk; fantastisch; flauw; formidabel; geweldig; irritant; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig; langdraadig; langwijlig; lastig; lijzig; log; lomp; loom; machtig; melig; met bezwaren; met een groot gewicht; moeilijk verteerbaar; monotoon; negatief; onsierlijk van gedaante; plomp; prachtig; rot; saai; slaapverwekkend; slecht verteerbaar; stomvervelend; vervelend; vetlijvig; voortvarend; zeurderig; zwaar
|
puesto
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
gelegd; opgezet dier
|
reducido
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
arm; armetierig; berooid; dun; geen vet op de botten hebbende; geringer gemaakt; herleid; iel; ingekrompen; ingeslonken; karig; luttel; mager; pover; schraal; schriel; verminderd; weinig
|
repleto
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
knalvol; opgepropt; overvol; propvol; stampvol; tjokvol
|
rollizo
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
mollig; volslank
|
severo
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
doordringend; emotieloos; gestreng; gevoelloos; hard; hardop; hardvochtig; harteloos; indringend; liefdeloos; luid; niet toegevend; ongevoelig; onvermurwbaar; schel klinkend; scherp; streng; strikt; stringent; vlijmend; vlijmscherp; zielloos
|
sólido
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
behorende tot de harde kern; betrouwbaar; blijvend; degelijk; degelijke; deugdelijk; doortimmerd; doorwrocht; duurzaam; duurzame; fors; hecht; massief; niet hol; potig; robuust; solide; stevig; struis; van de harde kern; zwaar; zwaargebouwd
|
voluminoso
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
dik; lijvig; omvangrijk; verregaand; vet; vetlijvig; volumineus; zwaar van lijf
|