Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- invalide:
-
Wiktionary:
- invalide → inválido
- invalide → inválido
- invalide → minusválido, discapacitado
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- invalidar:
-
Wiktionary:
- invalidar → annuleren, ongeldig maken
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor invalide (Nederlands) in het Spaans
invalide:
-
invalide (gehandicapt)
-
de invalide (gehandicapte)
Vertaal Matrix voor invalide:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
incapacitado | gehandicapte; invalide | WAOer; afgedankte; afgekeurde; gehandicapte |
inválido | hulpeloosheid; impotentie; krachteloosheid; onmacht | |
minusválido | gehandicapte; invalide | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
incapacitado | arbeidsongeschikt; onvolwaardig | |
inválido | gehandicapt; invalide | hulpvragend; hulpzoekend; onvolwaardig; steunzoekend |
minusválido | gehandicapt; invalide | kreupel; lam; mank; onvolwaardig |
Wiktionary: invalide
invalide
Cross Translation:
noun
-
iemand die door een gebrek beperkt is in zijn mogelijkheden
- invalide → inválido
-
(medisch, nld) door een gebrek beperkt in zijn mogelijkheden
- invalide → inválido
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• invalide | → minusválido; discapacitado | ↔ handicapped — having a handicap |
Spaans
Uitgebreide vertaling voor invalide (Spaans) in het Nederlands
invalidar:
Conjugations for invalidar:
presente
- invalido
- invalidas
- invalida
- invalidamos
- invalidáis
- invalidan
imperfecto
- invalidaba
- invalidabas
- invalidaba
- invalidábamos
- invalidabais
- invalidaban
indefinido
- invalidé
- invalidaste
- invalidó
- invalidamos
- invalidasteis
- invalidaron
fut. de ind.
- invalidaré
- invalidarás
- invalidará
- invalidaremos
- invalidaréis
- invalidarán
condic.
- invalidaría
- invalidarías
- invalidaría
- invalidaríamos
- invalidaríais
- invalidarían
pres. de subj.
- que invalide
- que invalides
- que invalide
- que invalidemos
- que invalidéis
- que invaliden
imp. de subj.
- que invalidara
- que invalidaras
- que invalidara
- que invalidáramos
- que invalidarais
- que invalidaran
miscelánea
- ¡invalida!
- ¡invalidad!
- ¡no invalides!
- ¡no invalidéis!
- invalidado
- invalidando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor invalidar:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
overschrijven | copiar; usar chuletas | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
delgen | amortizar; anular; cancelar; invalidar | |
overschrijven | invalidar | copiar; depositar; pagar; pasar; remitir; sobrescribir; transcribir; transferir; transmitir |
tenietdoen | amortizar; anular; cancelar; invalidar | |
vernietigen | amortizar; anular; cancelar; invalidar | aniquilar; anular; cancelar; demoler; derribar; destrozar; destruir; devastar; disipar; malograr; romper |