Nederlands

Uitgebreide vertaling voor feitelijk (Nederlands) in het Spaans

feitelijk:

feitelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. feitelijk (daadwerkelijk; werkelijk; in feite; in werkelijkheid)
    realmente; en realidad; de hecho; de veras; verdadero; verdaderamente; efectivo; real; esencial; en efecto; substancial; factual; fundamental; intrínseco; en el fondo; virtualmente
  2. feitelijk (waarlijk; vast en zeker; zeker; )
    verdaderamente; ciertamente

Vertaal Matrix voor feitelijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
esencial belangrijkste punt; hoofdpunt
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
real daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk aanzienlijk; aristocratisch; deftig; echte; eerlijk; eigenlijk; fideel; gedistingeerd; imperiaal; keizerlijk; koninklijk; openhartig; oprecht; reëel; rondborstig; royaal; trouwhartig; vooraanstaand; voornaam; vorstelijk; werkelijk; werkelijke
- eigenlijk
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
efectivo contant geld
real real
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ciertamente beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker bepaald wel; echt; effectief; heus; jazeker; metterdaad; reëel; voorwaar; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; weliswaar; werkelijk; zeker
de hecho daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk
de veras daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk echt; eerlijk; effectief; fideel; heus; metterdaad; openhartig; oprecht; reëel; rondborstig; trouwhartig; waar; waarachtig; warempel; werkelijk
efectivo daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk daadwerkelijk; doelmatig; doeltreffend; echt; effectief; efficiënt; heus; krachtig; met een krachtige uitwerking; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk
en efecto daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk beslist; geheid; ongetwijfeld; vast en zeker; waarachtig; zeker
en el fondo daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; immers; logisch; metterdaad; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel
en realidad daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; in wezen; logisch; metterdaad; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; voorwaar; zeker; zonder twijfel
esencial daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk belangrijk; benodigd; cruciaal; elementair; essentieel; fundamenteel; kardinaal; noodzakelijk; noodzakelijkerwijs; onmisbaar; onontbeerlijk; van belang; vereist; voornaamst; wezenlijk
factual daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk
fundamental daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk benodigd; cruciaal; door de behoefte vereist; elementair; essentieel; fundamentalistisch; fundamenteel; kardinaal; nodig; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; principieel; tot grondslag dienend; vereist; voornaamst; wezenlijk
intrínseco daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk
realmente daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk alledaags; beslist; daadwerkelijk; echt; eenvoudig; eerlijk; fideel; geheid; gemeen; gewend; gewis; gewoon; gewoonweg; heus; jazeker; klinkklaar; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; metterdaad; niets bijzonders; onedel; openhartig; oprecht; ordinair; rechttoe; reëel; rondborstig; stellig; trouwhartig; vast en zeker; voorwaar; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; werkelijk; zeker
substancial daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk benodigd; cruciaal; door de behoefte vereist; elementair; essentieel; nodig; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; vereist; wezenlijk
verdaderamente beslist; daadwerkelijk; feitelijk; geheid; gewis; heus; in feite; in werkelijkheid; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; werkelijk; zeker beslist; echt; effectief; geheid; gemeen; gewis; gewoonweg; heus; jazeker; klinkklaar; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; metterdaad; onedel; onvermengd; puur; rechttoe; regelrecht; reëel; ronduit; stellig; vast en zeker; voorwaar; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; wel degelijk; welzeker; werkelijk; zeker; zuiver
verdadero daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk echt; eerlijk; effectief; eigenlijk; fideel; gewoonweg; heus; klinkklaar; metterdaad; ongeveinsd; onvermengd; openhartig; oprecht; puur; rechttoe; reëel; rondborstig; trouwhartig; voorwaar; waar; waarachtig; warempel; werkelijk; zuiver
virtualmente daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk

Verwante woorden van "feitelijk":

  • feitelijkheid, feitelijke

Synoniemen voor "feitelijk":


Verwante definities voor "feitelijk":

  1. in de grond van de zaak, in werkelijkheid1
    • de feitelijke toestand ken ik niet1

Wiktionary: feitelijk

feitelijk
adjective
  1. daadwerkelijk
    • feitelijkreal

Cross Translation:
FromToVia
feitelijk en realidad; realmente; de hecho; de veras; de vero actually — really
feitelijk efectivo factual — of facts
feitelijk de hecho in fact — actually, in truth